Tempeliers

Tempeliers

De Tempeliers zijn officieel bekend als de Orde van de Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo. De Tempeliers hebben bij mensen tot de verbeelding gesproken en hebben een sterk mysterieus karakter. Ze worden geassocieerd met geheimen, macht, rijkdom en religieus fanatisme. In deze blogtekst duiken we dieper in de wereld van de Tempeliers om enkele van de mythen te ontrafelen en de historische feiten te ontdekken.

Opkomst van de Tempeliers

De opkomst van de Tempeliers vond plaats in het begin van de 12e eeuw. De orde werd opgericht na de Eerste Kruistocht, met als doel het beschermen van pelgrims die naar het Heilige Land reisden. De Tempeliers combineerden het leven van monniken met dat van krijgers, en ze beloofden armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Ze kregen al snel erkenning en steun van zowel de kerk als de Europese vorsten.

Wie waren de Tempeliers

De Tempeliers waren een ridderorde die bestond uit mannen van verschillende achtergronden. Om toe te treden tot de orde moesten kandidaten aan bepaalde criteria voldoen. In het begin richtte de orde zich voornamelijk op Franse edelen en ridders, maar later breidde hun rekrutering zich uit naar andere Europese landen.

De meeste Tempeliers waren afkomstig uit adellijke en rijke families. Jonge mannen uit deze sociale klassen werden vaak naar de orde gestuurd vanwege familiale connecties, om hun rijkdom te vergroten of om een ​​ridderlijke carrière na te streven. Bovendien waren de Tempeliers bekend om hun strenge selectieproces, waarbij ze alleen degenen accepteerden die als de beste en meest geschikte kandidaten werden beschouwd.

Naast adellijke afkomst werden ook andere kwalificaties in overweging genomen. Vaardigheden in vechtkunst, militaire ervaring en toewijding aan het christendom waren belangrijke factoren bij het selecteren van nieuwe leden. Het was echter niet verplicht om van adel te zijn om een ​​Tempelier te worden.

Tempel sergeanten

Er waren ook niet-ridderlijke leden binnen de orde, bekend als sergeanten. Zij waren in het zwart gekleed en droegen een rood tempeliers embleem. Deze waren meestal van bescheiden afkomst en droegen  bij aan de dagelijkse werking van de orde.

De sergeanten dienden in het leger van de Tempeliers en hadden verschillende militaire rollen. Ze waren verantwoordelijk voor het beschermen van de bezittingen van de orde, zoals kastelen, landgoederen en pelgrimsroutes. Ze fungeerden als een soort garnizoenen en waren belast met de verdediging van strategische locaties.

Hoewel de sergeanten niet deelnamen aan de ridderlijke activiteiten zoals gevechten te paard, voerden ze toch belangrijke taken uit op het slagveld. Ze waren betrokken bij de infanterie en voerden gevechten te voet uit. Ze waren getraind in het gebruik van verschillende wapens, zoals zwaarden, bijlen en schilden. Daarnaast waren ze bedreven in het bouwen van verdedigingswerken en het uitvoeren van aanvalstactieken.

De sergeanten waren ook verantwoordelijk voor de logistieke en administratieve aspecten van de Tempeliers. Ze beheerden de eigendommen en financiën van de orde, en hielden toezicht op de dagelijkse operaties van de landgoederen en andere bezittingen. Ze verzorgden het onderhoud van wapens, uitrusting en paarden, en zorgden ervoor dat de Tempeliers goed voorbereid waren op militaire campagnes.

Hoewel de sergeanten een lagere status hadden dan de ridderlijke leden, genoten ze nog steeds enige mate van privileges en werden ze als volwaardige leden van de orde beschouwd. Ze droegen het karakteristieke witte kruis van de Tempeliers op hun kleding om hun lidmaatschap te symboliseren.

De Turkopolieten

De Turkopolieten waren een specifieke groep krijgers die dienst deden in het leger van de Tempeliers. Ze waren voornamelijk afkomstig uit het oosten, met name uit Anatolië (het huidige Turkije) en andere naburige regio's en waren bekeerd tot het Christendom. 

De Turkopolieten speelden een belangrijke rol binnen de Tempeliers vanwege hun kennis van de lokale taal, cultuur en gevechtstechnieken. Ze waren goed bekend met de geografie en de tactieken die werden gebruikt door de tegenstanders van de Tempeliers in het oosten, zoals de Seltsjoeken en andere islamitische legers.

De belangrijkste taak van de Turkopolieten was om als cavalerie-eenheid te dienen in de gelederen van de Tempeliers. Ze waren zeer bedreven in het berijden van paarden en hanteerden verschillende wapens, waaronder zwaarden, speren en bogen. Hun mobiliteit en bekwaamheid te paard maakten hen tot effectieve ruiters in gevechten.

Als experts in oosterse gevechtstechnieken brachten de Turkopolieten waardevolle kennis en ervaring naar het leger van de Tempeliers. Ze konden strategieën en tactieken toepassen die specifiek waren voor gevechten in het oosten, zoals hinderlagen, guerrillaoorlogvoering en snelle cavalerieaanvallen. Ook waren ze bedreven boogschutters te paard. 

Bovendien fungeerden de Turkopolieten als verkenners en spionnen voor de Tempeliers. Ze waren in staat om waardevolle informatie te vergaren over vijandelijke posities, plannen en bewegingen, wat van cruciaal belang was bij het plannen van militaire operaties en het nemen van strategische beslissingen.

Turkopolieten waren geen leden van de orde. Ze werden niet in de rangen van de ridderlijke broederschap opgenomen, maar werkten als huurlingen of bondgenoten van de Tempeliers.

De aanwezigheid van de Turkopolieten in de gelederen van de Tempeliers benadrukte de internationale aard van de orde en hun vermogen om samen te werken met krijgers uit verschillende culturen en regio's. Het getuigt ook van het tactische inzicht van de Tempeliers om lokale expertise en vaardigheden in hun voordeel te benutten tijdens militaire campagnes.

Kleding van de Tempeliers

In vredestijd waren Tempeliers herkenbaar aan hun witte mantel waarop het Rode tempelierskruis was geborduurd. tempelridders droegen doorgaans wit, terwijl Tempel sergeanten zwarte kleding droegen. De kleding die tempeliers droegen was doorgaans behalven hun kleur en empleem niet veel af van kleding die in de 12de-13de eeuw door andere edellieden en ridders werden gedragen. Tempeliers droegen beenlingen, brailes, tuniek, ondertuniek en kaproen. 

De Tempeliers hadden strikte regels rond luxe. Luxe zoals extra luxe kleding, borduursels, sieraden en andere elementen waar de adel normaal zich in kleedde, waren voor de Tempeliers verboden. Ook was het dragen van bont verboden binnen de ridderorde. Ook de jacht, een populair adelijk tijdverdrijf was voor de Tempeliers verboden tenzij het jagen op leeuwen ter bescherming van de pelgrims betrof. 

Wapenrusting van de Tempeliers

De wapenrusting van Tempeliers week niet veel af van die van andere Middeleeuwse Ridders. Het grootste verschil zat hem in de gevechtstechniek en ethiek. Het gevangen nemen van vijandelijke leiders, het plunderen van land en het verwerven van macht waren voor de Middeleeuwse ridderstand belangrijke redenen om oorlog te voeren. Hier verdiende ze namelijk extra geld aan. Tempeliers konden geen bezittingen hebben, daarom waren ze hier niet vatbaar voor. Het resultaat was dat Tempeliers zich meer bezighielden met krijgstactiek. 

De gambeson

Over de kleding heen droeg de Tempelier een gambeson. Gambesons absorberen impacten (beschermen tegen inwendige bloedingen). Sommige middeleeuwse bronnen vermelden dat gambesons zelfs bescherming boden tegen pijlen en houwen van vijandelijke wapens. 

De maliënkolder

werd over de gambeson gedragen. De gambeson beschermde tegen impacten en de maliënkolder zorgde ervoor dat pijlen en wapens niets konden opensnijden. Maliënkolders zijn gemaakt van metalen ringen die in een 1:4 constructie (één ring sluit vier andere) met elkaar zijn verweven en vervolgens zijn dichtgeklonken. 

De helm

in de beginjaren droegen Tempeliers een neushelm. Later ging dit over naar de calotte (mandhelm) en weer later naar de grote helm.

Over de maliënkolder heen werd een overkleed gedragen. Overkleden geven aan tot welke ridderorde of adelijk huis je behoorde. Overkleden boden bescherming tegen de hitte en werden tijdens de eerste kruistochten door de Normandiërs overgenomen van de Saracenen. Net als normale ridders waren tempeliers uitgerust met het zwaard, schild en de lans en vochten ze te paard. De impact van een Tempelier die in volle galop op de vijand inreed was enorm. Ridders konden zodoende vijandelijke linies doorbreken. 

Veldslagen waarin Tempeliers vochten

De Tempeliers hebben deelgenomen aan talloze militaire campagnes en handelingen. Dagelijks bewaakten ze de doorgangswegen om pelgrims te beveiligen. Hierbij een overzicht van de meest vooraanstaande militaire conflicten waaraan de tempeliers hebben deelgenomen.

Slag bij Montgisard (1177)

De Tempeliers vochten in deze belangrijke veldslag tijdens de kruistochten. Ondanks dat ze in de minderheid waren, behaalden ze een overwinning op het veel grotere leger van Saladin, de sultan van Egypte en Syrië.

Slag bij Hattin (1187)

Deze veldslag wordt beschouwd als een keerpunt in de kruistochten. Ondanks dappere inspanningen van de Tempeliers en andere ridderorden, werden de christelijke legers verslagen door Saladin, wat leidde tot de val van Jeruzalem.

Beleg van Acre (1291)

Het Beleg van Acre was een belangrijke strijd tijdens de laatste fase van de kruistochten. De Tempeliers speelden een prominente rol in de verdediging van de stad, maar uiteindelijk viel Acre in handen van de moslimlegers.

Beleg van Antiochië (1097-1098)

Tijdens de Eerste Kruistocht was de Tempeliersorde betrokken bij het beleg en de uiteindelijke verovering van de stad Antiochië.

Slag bij Ascalon (1153)

De Tempeliers vochten mee aan de zijde van koning Boudewijn III van Jeruzalem in de strijd tegen de moslimlegers in de omgeving van Ascalon.

Beleg van Sidon (1187)

De Tempeliers namen deel aan het beleg van de stad Sidon tijdens de kruistochten. Het beleg resulteerde uiteindelijk in de herovering van de stad op de moslims.

Slag bij Montgisard (1177)

De Tempeliers speelden een belangrijke rol in deze veldslag, waarin ze samen met andere kruisvaarders legers vochten tegen het leger van Saladin.

Campagne in Portugal

Na de verovering van het Iberisch schiereiland door de moslims waren de Tempeliers betrokken bij de campagnes om de moslims terug te drijven en het christelijke koninkrijk van Portugal te vestigen.

Campagne in Spanje

De Tempeliers namen deel aan de Reconquista, de langdurige strijd van de christelijke koninkrijken in Spanje om het Iberisch schiereiland te heroveren op de moslims. Ze waren betrokken bij verschillende veldslagen en verdediging operaties.

Tempeliers als bankiers en bewaarders

Naast hun militaire activiteiten stonden de Tempeliers ook bekend als bankiers en bewaarders van waardevolle goederen. Dit aspect van hun werk maakte hen tot een invloedrijke financiële instelling tijdens de middeleeuwen.

Als gevolg van de groeiende macht en rijkdom van de Tempeliers ontstond er een grote vraag naar financiële diensten. Mensen begonnen de orde te vertrouwen met hun geld en waardevolle bezittingen, en de Tempeliers ontwikkelden zich al snel tot een betrouwbare instelling voor het bewaren van tegoeden en het uitvoeren van financiële transacties.

De Tempeliers hadden vestigingen in verschillende delen van Europa en het Midden-Oosten, waardoor ze een uitgebreid netwerk van filialen en contacten hadden. Reizende handelaren, pelgrims en edelen konden hun waardevolle spullen en geld bij de Tempeliers deponeren en kregen een ontvangstbewijs in ruil. Dit stelde hen in staat om op veilige wijze door onbekend terrein te reizen zonder het risico te lopen hun rijkdom te verliezen.

Daarnaast fungeerden de Tempeliers als geldschieters en verstrekkers van leningen aan edelen, koningen en zelfs pausen. Ze gaven leningen uit tegen rente en handelden in verschillende valuta. Dit maakte hen tot een belangrijke speler in de financiële wereld van die tijd. Door hun internationale aanwezigheid en netwerk konden ze gemakkelijk financiële transacties tussen verschillende regio's faciliteren.

Wat de Tempeliers onderscheidde van andere bankiers was hun reputatie van betrouwbaarheid en veiligheid. Ze hadden een strikte interne organisatie en waren gebonden aan strenge regels en voorschriften. Dit inspireerde vertrouwen bij degenen die hun rijkdom aan hen toevertrouwden.

De Tempeliers beschikten over veilige opslagplaatsen, zoals hun beroemde kastelen en commanderijen, waarin ze kostbaarheden, documenten en andere waardevolle goederen bewaarden.

De val van de Tempeliers

De macht en rijkdom van de Tempeliers trokken echter ook aandacht en jaloezie. In de vroege 14e eeuw begonnen geruchten en beschuldigingen tegen de orde te circuleren. Ze werden beschuldigd van ketterij, immoreel gedrag en heidense praktijken. In 1307 gaf koning Filips IV van Frankrijk bevel tot de arrestatie van alle Tempeliers in zijn rijk. De ridders werden gevangen gezet, gemarteld en gedwongen valse bekentenissen af te leggen.

De val van de Tempeliers was dramatisch en gewelddadig. In 1314 werden de laatste grootmeester van de orde, Jacques de Molay, en zijn metgezel Geoffroi de Charney op de brandstapel gezet op beschuldiging van ketterij. Met hun dood kwam er een abrupt einde aan de machtige ridderorde.

Het exacte aantal tempeliers dat tijdens de vervolgingen is geëxecuteerd, is niet volledig gedocumenteerd. Tijdens de arrestaties en processen tegen de Tempeliers in de 14e eeuw werden vele gemarteld en gedwongen tot bekentenissen van ketterij en andere beschuldigingen. Velen stierven als gevolg van deze martelingen, terwijl anderen werden veroordeeld tot de doodstraf.

Het totale aantal Tempeliers dat destijds bestond, varieert in schattingen. Op het hoogtepunt van hun macht en invloed wordt geschat dat er tussen de 15.000 en 20.000 Tempeliers waren. Deze schattingen zijn niet nauwkeurig en kunnen variëren afhankelijk van de bron.

Tijdens de arrestatiegolf in 1307 werden veel Tempeliers gevangengenomen en onderworpen aan foltering en proces. Velen stierven tijdens deze processen.

Hoewel er geen exacte cijfers beschikbaar zijn, kunnen we concluderen dat een aanzienlijk aantal Tempeliers tijdens de vervolgingen om het leven is gekomen.

Philips de Schone, koning van Frankrijk, had verschillende motieven om de Tempeliers te laten veroordelen. Hoewel er discussie is over de specifieke beweegredenen, worden de volgende factoren vaak genoemd:

Financiële belangen

De Tempeliers waren een machtige en rijke orde. Philips de Schone bevond zich in een financieel benarde situatie vanwege oorlogen en schulden. Hij zag de rijkdom van de Tempeliers als een manier om zijn schatkist te vullen. Door de Tempeliers te vervolgen, kon hij hun eigendommen confisqueren en hun financiële middelen in beslag nemen.

Politieke rivaliteit

Er was een langdurige machtsstrijd gaande tussen de Franse koning en de paus. De Tempeliers stonden onder direct gezag van de paus en waren vrijgesteld van koninklijke jurisdictie. Philips de Schone zag de vervolging van de Tempeliers als een kans om de pauselijke macht te ondermijnen en zijn eigen gezag te versterken.

Beschuldigingen van ketterij en immoraliteit

Er werden verschillende beschuldigingen geuit tegen de Tempeliers, waaronder ketterij, homoseksualiteit en obscene rituelen. Hoewel er weinig bewijs was voor deze beschuldigingen, werden ze gebruikt om de publieke opinie tegen de orde te keren en draagvlak te creëren voor hun veroordeling.

Persoonlijke wrok

Er wordt beweerd dat Philips de Schone een persoonlijke vete had met de grootmeester van de Tempeliers, Jacques de Molay. Sommige historici suggereren dat de koning wraak wilde nemen op De Molay vanwege een vermeende belediging.

Tempeliers in andere ridderordes

Na de opheffing van de Tempeliers in 1312, zijn sommige voormalige Tempeliers opgenomen in andere ridderorden. De belangrijkste ridderorde waarin ze zijn doorgegaan is de Orde van Christus (Ordem de Cristo) in Portugal. Koning Dinis van Portugal nam de Tempeliers op in zijn nieuwe orde, die oorspronkelijk bedoeld was om de maritieme verkenningen van Portugal te ondersteunen. De Orde van Christus erfde de bezittingen, rijkdom en tradities van de Tempeliers en speelde een cruciale rol in de Portugese ontdekkingsreizen tijdens het tijdperk van de ontdekkingsreizigers.

Daarnaast werden sommige Tempeliers opgenomen in andere ridderschappen en ridderordes, zoals de Hospitaalridders (Orde van Malta), de Orde van Calatrava, de Orde van Montesa en de Orde van Santiago. In deze nieuwe orden en ridderschappen zetten voormalige Tempeliers hun militaire en religieuze taken voort, zij het onder een andere naam en structuur.

Hoewel het verleidelijk is om in deze mythen te geloven, is het belangrijk om de historische feiten te onderscheiden van de fantasie. Moderne historici hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar de Tempeliers en hebben ontdekt dat veel van de beschuldigingen tegen hen politiek gemotiveerd waren. Ze waren slachtoffers van een machtsstrijd tussen vorsten en de kerk, die hun rijkdom en invloed wilden controleren.

Opgeslagen in de blog: Blog & lookbook

  • auteur: Patrick
Wees de eerste om te reageren:

Laat een reactie achter

*Verplichte velden