Spartaanse hopliet Peloponnesische Oorlog
In deze blog kijken we naar de uitrusting van de Spartaanse hopliet Eurysthenes 431 in voor Christus. Hij vecht mee bij het beleg van Athene onder zijn koning Archidamus de tweede. De stad wordt beschermd door de Lange Muren, enorme vestingwerken die zijn gebouwd met de welvaart die Athene heeft opgebouwd met haar imperium over de Egeïsche Zee. In de tweede helft van de vijfde eeuw v.Chr. was de Griekse wereld namelijk in de grip van een allesomvattend conflict tussen Athene en Sparta, twee oude bondgenoten die in de loop van de tijd aartsvijanden waren geworden.
De hopliet en de polis
In het oude Griekenland stond de polis (en burgerschap hiervan) centraal in de samenleving. Mannelijke burgers van deze poleis hadden naast economische privileges ook speciale rechten. Zo mochten ze deelnemen aan exclusieve religieuze rituelen en op verschillende niveaus meebeslissen in de politieke sfeer van hun stadstaat. De positie van het burgerschap in de polis kan worden vergeleken met de krijgsklasse van andere Indo-Europese samenlevingen. Net als deze verwante volkeren was de Griekse samenleving hiërarchisch en opgedeeld in klassen, waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen de krijgsklasse en religieuze klasse. Burgerschap van een polis was hierdoor niet alleen een privilege, maar bracht ook verplichtingen met zich mee. Het grootste hiervan was een vorm van militaire dienstplicht voor mannelijke burgers: als je lid was van de stadsgemeenschap, moest je deze ook kunnen verdedigen. Deze verbinding tussen politieke rechten en militaire plichten werkte ook de andere kant op: zo was de Atheense democratie ontstaan uit het feit dat de roeiers van de Atheense vloot omdat ze van de staatsmannen Solon en Cleisthenes zeggenschap kregen, juist omdat ze voor hun stad vochten.
Hoplieten waren als burgersoldaten in hun dagelijks leven boeren of ambachtslieden met rechtspersoonlijkheid, die hun eigen wapenuitrusting bij elkaar moesten sprokkelen en in tijd van oorlog werden opgetrommeld om voor hun polis te vechten. Dit was niet altijd het geval: zo waren Spartaanse hoplieten een uitzondering omdat deze ook in periodes van vrede zich haast alleen bezighielden met politiek en krijgskunst. Al het andere werk in de Spartaanse samenleving werd namelijk verricht door de Perioikoi en de Heloten, onderklassen van niet-burgers. Vanwege hun sterke cultuur van kleinschalige autonomie, concurrentie en zelfbeschikking waren de Grieken fel tegen elke vorm van overheersing van buitenaf; dit zagen ze namelijk als een vorm van slavernij vergeleken met de Griekse ‘vrijheid’. Deze vrijheid dat de onderste (werkende) klasse niet, zij behoorde bij het land en hadden geen rechtspersoonlijkheid.
Poleis als Athene, Sparta hadden hun eigen bestuursvorm en stedelijke identiteit, maar deelden een gezamenlijke Griekse cultuur van onderlinge concurrentie. Deze steden heersden namelijk over het omliggende land en kwamen constant met elkaar in conflict om macht en grondgebied. Elke zomer was een ‘oorlogsseizoen’, waarin steden deze conflicten met elkaar uitvochten. Dit werd gedaan in veldslagen waarbij de schildmuren (falanx) van beide kanten tegen elkaar opbotsten en duwden tot een van de twee linies werd doorbroken. De manier waarop de hoplieten in deze veldslagen vochten zorgde ervoor dat hun gezamenlijke identiteit werd versterkt: ze vervulden samen met vrienden, familieleden en bekenden hun maatschappelijke plicht en werden beschermd door het schild van de soldaten (en medeburgers) naast hen. Door deze sterke stedelijke strijdcultuur werd niet alleen individuele heldhaftigheid door de Grieken op de prijs gesteld, maar ook een soort collectieve heldhaftigheid voor de eer van de stadsgemeenschap.
Het Atheense imperium
Nadat de Grieken het Perzische leger van Xerxes in 480 voor Christus hadden verdreven uit het Griekse schiereiland, was er een groot belang onder de Grieken om een defensief bondgenootschap te vormen dat een volgende invasie kon voorkomen. Athene nam het initiatief door deze bond op te richten in 477 v.Chr.: de zogeheten Delische Zeebond (ook wel de ‘Delisch-Attische Zeebond' genoemd).
De zeebond werd door Athene neergezet als een samenwerking tussen gelijken, maar bestond in feite om Atheense hegemonie over de Egeïsche Zee te creëren. Niet alle stadstaten konden troepen of schepen leveren en dus legde Athene hen een financiële bijdrage op aan de kas van de bond, eerst bewaard op het eiland Delos en daarna de Atheense Akropolis. Deze kas werd gebruikt om onder andere de Atheense vloot en de enorme vestingwerken tussen Athene en de gloednieuwe havenstad Piraeus op te bouwen, de zogeheten ‘Lange Muren'. Toen de oorlog met de Perzen werd beëindigd in 449 v.Chr. bleef de Delische bond voortbestaan, ook al was hiermee het oorspronkelijke doel van het bondgenootschap verdwenen.
Door economische en militaire druk uit te voeren op kleinere poleis verspreidde Athene haar democratische systeem. Nieuwe koloniën en stadstaten die met Atheense hulp dit politieke systeem overnamen, werden loyaal aan de Delische bond. De Atheense vloot en democratie boden gelegenheden aan armere groepen om politieke zeggenschap te verkrijgen. Hierdoor ontstonden sterke democratisch (en dus Atheens)-gezinde bewegingen in veel Griekse stadstaten binnen en buiten de bond. Aan de hand van deze machtspolitiek werd Athene het economische, politieke en culturele centrum van de Griekse wereld.
De heersers van aristocratische en oligarchische poleis voelden zich bedreigd door deze ontwikkelingen en vreesden hun aristocratische systeem en zelfstandigheid te verliezen. Ze richtten een tegenpool tegen Athene op, de zogeheten Peloponnesische bond met Sparta als aanvoerder. Er ontstond een koude oorlog in de Griekse wereld: Sparta tegen Athene, aristocratie tegenover democratie. Deze bondgenootschappen stonden ook op militair vlak zeer asymmetrisch tegenover elkaar. Zo had de Delische bond veruit de grootste en meest ontwikkelde zeemacht, maar had de Peloponnesische bond het sterkste landleger.
Sparta
Sparta was een prominente stadstaat in Laconia, in het oude Griekenland. In de oudheid stond de stadstaat bekend als Lacedaemon, terwijl de naam Sparta verwees naar de belangrijkste nederzetting in de vallei van de Evrotas-rivier in Laconia, in het zuidoosten van de Peloponnesos. Rond 650 v.Chr. groeide Sparta uit tot de dominante militaire landmacht in het oude Griekenland.
Sparta onderscheidde zich van andere Griekse stadstaten door zijn unieke sociale systeem en grondwet, waarvan werd gezegd dat ze waren ingevoerd door de half-mythische wetgever Lycurgus. Zijn wetten transformeerden Sparta in een militaristische samenleving waarin alle sociale instellingen van de vrije klasse waren gericht op militaire training en fysieke ontwikkeling. De bevolking werd onderverdeeld in Spartiaten (volwaardige burgers), mothakes (vrije niet-Spartiaten met Spartaanse afkomst), perioiken (vrije niet-Spartiaten) en heloten (tot slaaf gemaakte niet-Spartaanse lokale bewoners). De heloten vormden de meerderheid van de bevolking en werden streng onderdrukt door de Spartiaten.
Een essentieel onderdeel van de Spartaanse militaire opvoeding was de Krypteia. Dit was een geheime dienst die als doel had de heloten onder de duim te houden en potentiële opstanden te onderdrukken. De Krypteia was ook een verlengstuk van de agoge, het strenge opvoedingssysteem van Sparta. Nadat jonge mannen op hun 21e de agoge hadden voltooid, werden de besten onder hen geselecteerd om als hoplieten te vechten in het Spartaanse leger. De Krypteia kan worden gezien als een Spartaanse variant van de Proto-Indo-Europese oorlogsbanden, bekend als de koryos, waarin jonge krijgers werden getraind in guerrillatactieken en clandestiene operaties.
Na deze periode waren jongere volwaardig lid van de vrije klasse, wat in dit geval synoniem was als lid van de krijgsklasse. De Spartaanse falanx werd beschouwd als een van de beste strijdformaties in de oudheid. Vrije Spartaanse vrouwen genoten aanzienlijk meer rechten dan elders in de klassieke wereld. De Spartanen zelf geloofden dat de indeling van hun samenleving al veel ouder was. Wat deels correct is omdat deze indeling kan worden teruggeleid als Proto-Indo-Europees.
Volgens hun overlevering waren de heloten afstammelingen van de Achaeërs, de oorspronkelijke bewoners van de Peloponnesos, die na de val van de Myceense beschaving tot slaaf waren gemaakt door de Doriërs, de voorouders van de Spartanen. Deze zogenaamde ‘Dorische invasie’ zou geleid zijn door de afstammelingen van Hercules, bekend als de ‘terugkeer van de Heracliden’. Dit verhaal speelde een centrale rol in de Spartaanse identiteit. Zowel de Spartanen als de heloten stamden waarschijnlijk af van dezelfde Dorische bevolkingsgroepen en verschilden nauwelijks in etniciteit of cultuur. Hun complexe verhouding zou zijn ontstaan uit een diepgeworteld conflict in het verleden. Omdat de Spartiaten numeriek in de minderheid waren en de vijandige heloten hen bedreigden, ontwikkelden ze een samenleving die volledig gericht was op de krijgersklasse en transformeerden ze Sparta in een militaire staat. Tegelijkertijd werden de heloten als collectief gedwongen tot de onvrije ‘arbeidersklasse. ‘. Zo creëerde Sparta een permanent beroepsleger dat volledig gewijd was aan oorlogvoering.
De Peloponnesische oorlog
De oorlog brak uit in 431 v.Chr., toen de wanhopige Spartanen met een landleger optrokken door Attica om Athene en haar havenstad Piraeus te belegeren. De Atheners werden beschermd door de Lange Muren, maar het volgende jaar werden ze getroffen door een zware pestepidemie. Deze zorgde voor 30.000 doden, waaronder Perikles, de Atheense staatsman die een grote rol had gespeeld in het opbouwen van de Atheense macht. De komende tien jaar vochtten Athene en Sparta het met elkaar over het vasteland uit, maar uit deze conflicten kwam geen definitieve winnaar. Hierdoor werd een tijdelijke wapenstilstand uitgeroepen.
De tweede fase van de oorlog begon in 415 v.Chr. toen Athene onder leiding van Alcibiades Syracuse probeerde te veroveren, de Spartaanse bondgenoot in Sicilië. Deze expeditie mislukte echter zo erg dat de Atheense vloot en legermacht bijna volledig werd verwoest. Met hun staart tussen hun benen vluchtten de Atheners terug naar Griekenland, om hun wonden te likken en snel een nieuwe vloot op te bouwen. In die tussentijd ontwikkelden de Spartanen ook hun eigen machtige zeemacht, bijna net zo sterk als die van Athene. Dit deden ze met hulp van hun oude vijand; de Perzische koning Darius II steunde hen met een grote hoeveelheid zilver, in de hoop dat hij delen van Anatolië kon terugveroveren van het Atheense imperium. Bij de volgende zeeslag zouden de Atheners nog steeds een grotere vloot hebben dan de Spartanen, maar hun hegemonie over de Egeïsche zee was verbroken.
De beroemde Spartaanse zeeaanvoerder Lysander lokte de Atheners dan ook in 405 v.Chr. in een hinderlaag door hun graantoevoer af te knellen en verwoestte de Atheense vloot in de zeeslag bij Aegospotami. De hopeloze Atheners werden hierna teruggedrongen tot hun Lange Muren, maar deze keer hielden ze het beleg niet lang vol. Het volgende jaar gaf het uitgehongerde Athene zich uiteindelijk over, na een haast 30 jaar lange oorlog waarin de hele Griekse wereld was meegesleurd.
Al pleitten de stadstaten Thebe en Corinthe voor het verwoesten van de stad en tot slaaf maken van de Atheense bevolking, was Lysander hier sterk op tegen. Hij herinnerde hen eraan dat Athene een belangrijke rol had gespeeld in de Perzische Oorlogen en koos ervoor om Athene een oligarchische vazalstaat van Sparta te maken. Dit gebeurde ook; al duurde het niet lang voordat de Atheners in opstand zouden komen in de naam van hun democratie.
Kleding
Eurysthenes draagt onder zijn wapenuitrusting een tuniek, een gordel en een paar simpele leren sandalen. Als het gaat regenen of als hij het koud heeft, draagt hij ook zijn dikke wollen mantel.
Chiton (tuniek)
Griekse tunieken waren gemaakt van linnen, soms ook van wol. De rode tuniek die Eurysthenes onder zijn wapenuitrusting draagt is gemaakt van wol en heeft korte mouwen, maar in de warmere maanden droegen Grieken vaak lichte, warme gewaden die hun armen en schouders onbedekt lieten. Klassieke Grieken droegen onder hun tuniek geen broek, omdat ze die als barbaars beschouwden.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/romeinse-tunica-mars.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/mouwloze-tuniek-106626427.html
Sandaloi (sandalen)
Vanwege het warme, gematigde klimaat werden in het klassieke Griekenland en de rest van het Middellandse Zeegebied sandalen (sandaloi) zoals deze gedragen. Al draagt Eurytsthenes simpele militaire sandalen die minder open zijn om de voeten beter te beschermen, waren er in de oudheid constant nieuwe modetrends voor sandalen die door het modieuze Athene werden bepaald.
Naast sandalen droeg men vanaf de vijfde eeuw voor Christus ook een soort veterlaarzen (zoals endromis en embades)en in de winter sokken van vilt (piloi) om de voeten warm te houden.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/leren-ijzertijdsandalen-zwart.html
Gordel / riem
Om de tuniek vorm te geven werden zowel simpele leren riemen als stoffen gordels gebruikt.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-caja-zwart.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-caja-rood.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-caja-blauw.html
Chlamys (mantel)
De chlamys was een wollen mantel die in het klassieke Griekenland werd gedragen. Deze hield de kleding schoon en bood de drager bescherming tegen weer en wind. De mantel die Eurysthenes draagt is echter niet alleen bedoeld om hem warm te houden, maar vormt ook een onderdeel van zijn wapenuitrusting. Op het slagveld wikkelt hij de mantel namelijk om zijn wapen-arm om deze te beschermen tegen speren, zwaarden en pijlen.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/middeleeuwse-mantel-karen-rood.html
De mantel werd vastgemaakt met een fibula, een metalen kledingspeld die vaak werd versierd.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-boogfibula.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/spiraalvormige-brilfibula.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/la-tene-boogfibula.html
Wapenuitrusting
De wapenuitrusting van Eurysthenes is representatief voor de gemiddelde Griekse hopliet uit de Peloponnesische oorlogen; hij draagt een groot bronzen schild, 'corinthische' bronzen helm, bronzen musculata en scheenbeschermers om zijn lichaam te beschermen. Hij gebruikt een lange speer, de doru, om in formatie te vechten en een kort zwaard, een parazonium, als secundair wapen.
Hoplon (schild)
Het grote bronzen schild (hoplon / aspis) was het belangrijkste onderdeel van de uitrusting van de hopliet; de naam ‘hopliet’ is er zelfs van afgeleid. Dit zware schild was bedoeld om in een dichte schildmuur-formatie (falanx) te vechten, waarbij een hopliet voor een deel werd bedekt door het schild van de anderen naast hem.
De hoplon was vaak versierd met bronswerk of verf. Deze versieringen werden om verschillende redenen toegepast maar hadden meestal een symbolische betekenis. Zo werd de hoplon gebruikt om de identiteit van de polis van de hopliet te tonen. Voor Athene was dit bijvoorbeeld een uil, het symbool van de godin Pallas Athena die de stad beschermde. In Sparta werd dit gedaan met een lambda (de L in het Griekse schrift) als symbool voor Lacadaemonië, het gebied waar de Spartanen vandaan kwamen.
Ook hadden veel hoplieten een een monster uit de Griekse mythologie op hun schild. Dit was een minder patriottistische versiering, die was bedoeld om kwade krachten af te weren en hun vijanden af te schrikken. Het schild van Eurysthenes is versierd met een gorgoneion, de kop van een monsterlijke gorgon-demoon die mensen kon verstenen met haar blik.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/grieks-hoplietenschild.html
Helm
De bronzen Corinthische helm werd gebruikt van de achtste tot de vierde eeuw voor Christus. Dit type helm had een iconisch profiel en beschermde het gehele hoofd, waardoor deze zeer populair onder de zwaarbewapende hoplieten. Tot 500 v.Chr. was de Corinthische helm volledig gesloten en hierna werden er steeds vaker helmen gemaakt met openingen voor het oor. Omdat de helm het gezicht volledig afsloot, werd deze ook naar achter geschoven om de drager een beter gehoor- en gezichtsveld te geven. Sommige helmen hadden ook een kam van paardenhaar, maar Eurysthenes draagt er een zonder.
In de komende eeuwen stapte men uiteindelijk over op de Phrygische en Chalcidische helmen, die het zicht en gehoor van de drager minder beperkten. Wel bleef de corinthische helm hierna zeer belangrijk in Griekse kunst, als een symbool voor de klassieke periode.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/ulfberth-corinthische-helm-type-a.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-helm-met-helmkam.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-italische-helm-gebronsd.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-helm-elite.html
Musculata (borstpantser)
Eurysthenes draagt een bronzen kuras dat anatomisch is gevormd. Een zogeheten musculata was de duurste vorm van borstpantser
De musculata van Eurysthenes is net zoals zijn schild versierd met een gorgoneion. Deze versiering om kwade krachten af te weren haalt ook inspiratie uit de Ilias: namelijk van de aegis, een mythologisch pantser of schild waaraan een gorgonenkop hing. Het kon de gebruiker tegen alle gevaren beschermen en werd in de mythen gedragen door de goden Zeus (als een schild) en Athena (als een pantser). Eurysthenes kiest ervoor om met zijn uitrusting beide versies van de mythe af te beelden.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/spartaanse-musculata.html
Scheenbeschermers
Omdat het schild van de hopliet rond was, kon deze niet het hele onderlichaam bedekken. Daarom droegen hoplieten zoals Eurysthenes ook bronzen onderbeenbeschermers. Deze waren anatomisch gevormd en boden bescherming voor de knieën en schenen.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/luxe-griekse-scheenbeschermers.html
Doru (speer)
De speer die Eurysthenes hanteert was het belangrijkste wapen van de hopliet en werd gebruikt van de Archaïsche periode tot de tijd van Alexander de Grote. Het doru (of dory) had een lengte van 2-3 meter, lang genoeg dat meerdere linies van hoplieten konden vechten als onderdeel van de falanx.
De speer was gemaakt van essenhout en had naast een bladvormige speerpunt ook een spitse schachtkap die op verschillende manieren kon worden gebruikt. Zo hielp deze om de speer in de grond te kunnen steken en konden hoplieten gemakkelijk gewonde vijanden doden terwijl ze de speer rechtop hielden. Ook kon de schachtkap door de hopliet worden gebruikt als back-up-speerpunt wanneer zijn doru doormidden brak.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/speerpunt-schachtkap-griekse-dory.html
Hoplieten en andere Griekse soldaten gebruikten naast de doru ook kleinere werpsperen.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/lange-griekse-speer.html
Xiphos (zwaard)
De xiphos was een ijzeren zwaard dat voor de hopliet diende als secundair wapen en pas werd gebruikt wanneer hun speer (dory) brak of wanneer gevechten op zeer korte afstand moesten plaatsvinden, zoals wanneer linies werden doorbroken. De Spartanen staan bekend dat ze de voorkeur gaven aan een korter type xiphos, mogelijk meer in de lengte van een dolk. Dit was voordeling om te gebruiken als steekwapen in nauw gesloten schildformaties.
Je kan er ook voor kiezen om een kopis (ook wel falcata voor de Iberische variant) te gebruiken voor je samenstelling, een enkelzijdig geslepen zwaard. Deze werd in de loop van de klassieke periode steeds populairder en nam zelfs de rol van de xiphos over als voornaamste ‘hoplietenzwaard’.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-xiphos-campovolano.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-xiphos-sparta.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/gladiatorendolk-pompeii.html
Kortzwaard (parazonium)
Het parazonium was een wapen dat viel tussen een kort zwaard en een lange dolk. Deze was ontwikkeld vanuit de acinates, een dolk die onder andere werd gebruikt door de Perzen en Scythen. Het had een brede, bladvormige kling en kon ook worden gebruikt als gereedschap. Het wapen werd later overgenomen door de Etrusken en de Romeinen, die het vooral gebruikten als een statussymbool voor officieren. Deze dolk kan worden gebruikt als alternatief voor de Griekse xiphos.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/republikeinse-parazonium.html