De Romeinen aanbaden tallozen goden en ook namen ze goden vanuit veroverde volkeren over. Zo werden er tientallen Germaanse, Keltische, Perziche en Egyptische goden aanbeden. Men zag dit als een soort belegging, ook voor het leven na de dood: als de ene god niet luisterde, zou de andere god dat wel doen. Maar boven alles stonden de twaalf hoofdgoden die direct vanuit de Griekse cultuur waren overgenomen. Deze vele goden en godinnen hadden betrekking op allerlei dagelijkse activiteiten en beroepen. De twaalf hoofdgoden waren de goden die het meest in de grote Romeinse tempels werden aanbeden. Romeinen aanbaden de hoofdgoden vaak persoonlijk, bijvoorbeeld in het lararium, het huisaltaar dat de meeste Romeinse huishoudens hadden. In tegenstelling tot de Keltische en Germaanse goden werden Romeinse en Griekse goden afgebeeld alsof het echte mensfiguren waren. Later namen de Kelten deels dit gebruik over door ook hun goden af te gaan beelden.
Jupiter was de oppergod en de heerser van de hemel en het onweer. Hij werd vaak afgebeeld met een bliksemschicht in zijn hand en stond symbool voor macht en rechtvaardigheid. Als beschermer van de staat en de wetten speelde Jupiter een centrale rol in de Romeinse religie. Een ander groot verschil tussen de Germaanse, Keltische en Romeinse goden is dat de Romeinse goden vaak praktische levenszaken vertegenwoordigen en dat de Kelten en Germanen meer de natuur en hun rol als onderdeel van de natuur centreerden in hun religie.
Juno was de godin van het huwelijk en de vruchtbaarheid. Ze was de echtgenote van Jupiter en werd vereerd als de beschermster van vrouwen en gezinnen. Juno werd vaak afgebeeld met een pauw, een symbool van trots en schoonheid.
Neptunus was de god van de zeeën en aardbevingen. Als broer van Jupiter had hij controle over de wateren en werd hij vaak afgebeeld met een drietand. Neptunus speelde een belangrijke rol in de scheepvaart en werd vereerd door zeelieden en vissers.
Minerva was de godin van wijsheid, ambachten en krijgskunst. Ze was een beschermster van kunstenaars, handwerkslieden en strijders. Minerva werd vaak afgebeeld met een uil, het symbool van wijsheid, en werd vereerd in scholen en academische instellingen.
Mars was de god van de oorlog en de personificatie van mannelijke kracht en moed. Hij werd vereerd door soldaten voordat ze ten strijde trokken. Mars werd afgebeeld in militaire kledij en met een wapen in zijn hand. Rood was zijn kleur.
Venus was de godin van de liefde, schoonheid en vruchtbaarheid. Ze werd geassocieerd met liefdesaffaires en de bevordering van romantische relaties. Venus werd vereerd als beschermster van de liefde en vruchtbaarheid.
Apollo was de god van muziek, kunst, geneeskunde en profetie. Hij werd vereerd als een inspiratiebron voor muzikanten, dichters en artiesten. Apollo stond bekend om zijn boogschutters vaardigheden en werd gezien als een orakel, in staat om de toekomst te voorspellen.
Diana was de godin van de jacht en de maan. Ze werd vereerd als een beschermster van de natuur en de dierenwereld. Diana werd vaak afgebeeld met een boog en pijlen en was een symbool van wilde schoonheid en vrijheid.
Vesta was de godin van het huiselijk leven en het haardvuur. Ze werd vereerd als de beschermer van de haard en de familie. Vesta's heilige vlam werd altijd brandend gehouden in het heiligdom van haar tempel, dat diende als het centrum van het Romeinse huis.
Mercurius was de god van handel, reizigers en boodschappers. Hij werd vereerd als een beschermheer van kooplieden, reizigers en communicatie. Mercurius werd afgebeeld met vleugels aan zijn voeten en een caduceus, een staf met kronkelende slangen.
Ceres was de godin van de landbouw en het graan. Ze werd vereerd als een beschermster van de gewassen en de vruchtbaarheid van het land. Ceres had een belangrijke rol in de agrarische samenleving van het oude Rome en werd geassocieerd met de viering van de oogst.
Vulcanus was de god van het vuur, de smeedkunst en de ambachten. Hij werd vereerd als een beschermheer van smeden, metaalbewerkers en ambachtslieden. Vulcanus werd afgebeeld als een bebaarde man met een smidshamer en stond bekend om zijn vaardigheid in het smeden van wapens en goddelijke artefacten.
Deze twaalf goden vormden de kern van het Romeinse pantheon en hadden elk hun specifieke domein en invloed op het leven van de Romeinen. Hun verering en rituelen waren diep geworteld in de Romeinse samenleving en speelden een belangrijke rol in het dagelijks leven en de culturele beleving van het oude Rome.
Ontdek onze Romeinse replica’s
Klik hier voor Romeinse beeldjes, busten reliefs & huisaltaren
Klik hier voor Romeinse munten
Klik hier voor Romeinse helmen & pantser