Wat is Indo-Europees paganisme
Het Indo-Europese paganisme is een Dharmatische natuurreligie die vóór de komst van het christendom wijdverbreid werd beoefend in heel Europa. Hoewel het voornamelijk gebaseerd is op de cultuur van de Proto-Indo-Europeanen, werd het ook beïnvloed door de inheemse tradities van de voedselverzamelaars, jagers, vissers en de neolithische boeren die al vóór 4000 v.Chr. in Europa leefden. De Proto-Indo-Europese nomadische herders migreerden vanuit de Kaspische steppen naar Europa en Azië, en hun cultuur vormt de basis van bijna alle Europese beschavingen zoals de Griekse, Germaanse, Keltische, Romeinse en Viking cultuur.
Indo-Europese Kosmische orde
De kosmische orde is de natuurlijke gang van zaken binnen het universum. In het Vedische wordt deze orde aangeduid als Rta en in het Grieks met Kosmos, afkomstig van het Proto-Indo-Europese *h₂r-tós (Xartus). Rta is een dynamische kosmos waarin zowel fysieke objecten zoals hemellichamen als abstracte concepten zoals morele ontwikkeling voortdurend in beweging zijn (gati). Alle elementen in het universum werken harmonieus samen volgens deze kosmische orde (samghatna). Zowel de natuur als sociale structuren functioneren in balans, dankzij de kracht van Rta. De loop der gebeurtenissen wordt gestuurd door onvermijdelijke wetten van oorzaak en gevolg. De Grieken noemden dit Logos en baseerden hun filosofie en wetenschap op deze ‘logica’ .
Mensen vinden hun ware vervulling door te handelen in overeenstemming met de wetten van Rta. Het negeren van deze wetten leidt tot chaos en lijden. Om welzijn te garanderen, is het noodzaak dat individuen hun daden afstemmen op deze kosmische orde. Dit proces heet dharma. Afgeleid van het Proto-Indo-Europees *dʰer- (‘ondersteunen, vasthouden’).
Dharma omvat de principes en regels die de Rta ondersteunen. Het niet naleven van deze wetten resulteert in adharma, wat verstoringen in de natuurlijke balans veroorzaakt en leidt tot ellende en tegenslag.
Het Griekse woord kosmos betekent letterlijk "orde" of "geordende wereld," en stond in contrast met chaos, dat verwijst naar wanorde of de oorspronkelijke oertoestand zonder structuur.
Polytheisme
Een belangrijk onderscheid tussen de Abrahamitische religies (Christendom, Islam, Jodendom) en het Indo-Europese paganisme is dat de Abrahamitische religies monotheïstisch zijn, terwijl het Indo-Europese paganisme polytheïstisch van aard is. Binnen het Indo-Europese paganisme bestond een grote diversiteit in de wijze waarop goden werden aanbeden. Iedere godheid kende specifieke rituelen en cultussen, die vaak geheim waren en uitsluitend bekend bij ingewijden. Deze geheime kennis was een essentieel onderdeel van de religieuze praktijk en versterkte de band tussen de gelovigen en de goden.
Een ander kenmerk van het Indo-Europese polytheïsme was de hiërarchie onder de goden. In de religies van volkeren zoals de Grieken, Etrusken en Romeinen stonden de Olympische goden aan de top van deze hiërarchie. Deze goden, zoals Zeus, Juno en Jupiter, werden het meest vereerd en hadden een centrale positie in de religieuze beleving. Rondom deze hogere goden bestond echter een uitgebreide cultus van lagere goden, voorouders en (geest)krachten, die eveneens deel uitmaakten van de religieuze praktijken.
Taalhistorische reconstructies van de Proto-Indo-Europese taal bieden inzicht in de oorsprong van deze goden. Uit de namen van de belangrijkste godheden kan worden afgeleid dat zij hun oorsprong vinden in natuurreligies, waarin krachten uit de natuur zoals de hemel, de zon, de aarde en het weer werden gepersonifieerd en als goden werden vereerd. Deze diepe verbondenheid met de natuur ligt aan de basis van het Indo-Europese polytheïsme en vormde de grondslag voor de religieuze wereldbeelden van vele Indo-Europese volkeren.
Indo-Europees paganisme & historische reconstructies
Als we kijken naar wat er na bijna 1500 jaar aan Christendom is overgebleven van Indo-Europees paganisme, dan zien we een grote puzzel. Veel paganistische stromingen richten zichzelf erop om deze stukjes naast elkaar te leggen en zodoende het Indo-Europees paganisme te reconstrueren in de tradities van onze voorouders. Over sommige onderwerpen zijn weinig historische bronnen of reconstructies. Er zijn bijvoorbeeld geen richtlijnen over hoe Indo-Europese paganisten hun huisaltaar dienden in te richten.
Proto-Indo-Europese goden
De belangrijkste Proto-Indo-Europese goden kunnen worden gereconstrueerd op basis van overeenkomsten in mythologie, taal en religie tussen Indo-Europese culturen, zoals de Grieken, Romeinen, Kelten, Germanen, Balto-Slaven, Indiërs, en andere afstammelingen van het Proto-Indo-Europese volkeren. Hoewel we geen directe schriftelijke bronnen hebben van de Proto-Indo-Europeanen zelf, kunnen we hun pantheon deels afleiden door vergelijkende taalwetenschap en mythologie.
Dyēus Ph₂tēr (vader van de hemel)
Dyēus Ph₂tēr wordt gereconstrueerd als de vader van de hemel en het daglicht. Hij wordt vaak gezien als een machtige vaderfiguur die heerst over de orde van de kosmos. Hij vertegenwoordigt de heldere hemel en daglicht. Zijn tegenhangers worden gevonden in verschillende Indo-Europese culturen, zoals Zeus in het Grieks, Jupiter in het Latijn, Dyaus Pitr in het Sanskrit, en Tiwaz bij de Germanen. Bij de Vikingen werd hij geassocieerd met Odin of Tyr, die ook een belangrijke rol speelt in het kosmische ordeningsprincipe.
Dʰéǵʰōm (moeder aarde)
Dʰéǵʰōm is de moeder aarde, de vrouwelijke tegenhanger van Dyēus Ph₂tēr. Zij staat symbool voor vruchtbaarheid en de aarde zelf. Ze wordt geassocieerd met Gaia, Persephone, Demeter in het Grieks en Tellus in het Latijn. In de Germaanse traditie kan deze rol worden gekoppeld aan Jord, de aarde-godin in de Noorse mythologie. Bij de Vikingen werd Jord als een belangrijke godin van de aarde en vruchtbaarheid beschouwd. Ook de vrouw van de vader van de hemel kan worden gezien als Dʰéǵʰōm Grieks Hera, Romeins Juno, Slavisch Mokosh, OudNoors Frigg.
H₂éwsōs (godin van de dagraad)
H₂éwsōs is de godin van de dageraad, die het eerste licht van de dag brengt en een belangrijke rol speelt in het cyclische ritme van het leven. Ze komt voor als Eos in het Grieks, Aurora in het Latijn, en Ushas in de Vedische traditie. In de Germaanse traditie kan ze worden vergeleken met de godin Ostara en in het Oudnoors mogelijk Freya.
Perkwunos (god van de donder)
Perkwunos is de god van de donder en stormen, geassocieerd met strijd en kracht. Hij verschijnt in veel Indo-Europese tradities, zoals Perun bij de Slaven, Thor bij de Germanen, en Taranis bij de Kelten. In de Noorse mythologie is hij bekend als Thor, de god van donder en stormen, die de kracht en bescherming van de natuur belichaamt.
Manus of Mannu- (de goddelijke tweeling)
Manus of Mannu- verwijst naar de goddelijke tweeling die vaak als de voorvaders van de mensheid wordt gezien. Ze komen voor in verhalen zoals die van de Romeinse Dioscuri en de Vedische Ashvins. In de Germaanse traditie zijn Tyr en Njord voorbeelden van belangrijke goden die het concept van dualiteit en bescherming belichamen, hoewel ze niet direct als tweeling worden afgebeeld. In de Viking mythologie kunnen Váli en Vidar, de zonen van Odin, als een soort goddelijke tweeling worden gezien vanwege hun rol in de mythologie.
In deze blog gaan we niet verder in op het reconstrueren van de goden per cultuur en moment in hun geschiedenis. Maar het is belangrijk te beseffen dat deze goden verband met elkaar houden en zijn afgeleid van gereconstrueerde hoofdgod. Deze hoofdgod komt voort vanuit de natuurreligie wat de Indo-Europese religie uiteindelijk is.
Wie de Europese mythologieën een beetje kent valt op dat goden soms van positie veranderen en dat mythologische verhalen ‘gerecycled’ werden. Zo kunnen bijvoorbeeld de Romeinse Romulus en Remus ook prima voor de goddelijke tweeling staan. Hoe jij als Europees paganist de betreffende goden noemt, is afhankelijk van de cultuur en historische periode waarmee jij jezelf associeert.
Huisaltaren
In deze blog bespreken we richtlijnen voor het opstellen van een huisaltaar, evenals de historische context van het ontstaan ervan. Het belijden van geloof in huiselijke kring is een belangrijk aspect van veel religies. Huisaltaren komen voor in diverse religieuze tradities, zoals bij de Rooms-Katholieken, het hindoeïsme en het boeddhisme. Ook de oude Grieken en Romeinen hadden huisaltaren als essentieel onderdeel van hun religieuze praktijken.
In de Romeinse samenleving was het de taak van de pater familias, het hoofd van het huishouden, om zorg te dragen voor het Lararium, het huisaltaar. Hij fungeerde niet alleen als het hoofd van het gezin, maar ook als de priester van het huis. Dit altaar diende als een heilige plek waar offers en gebeden werden gebracht aan de beschermgoden van het huis. Huiselijke erediensten stonden echter niet op zichzelf, maar vormden een aanvulling op de gemeenschappelijke verering die plaatsvond tijdens grote religieuze festivals op heilige plaatsen, zoals tempels of grafheuvels. Deze heilige locaties hadden een centrale rol in veel prechristelijke tradities, zowel bij de Germanen en Vikingen als bij de Grieken en Romeinen, wat wordt ondersteund door archeologisch bewijs.
Heilige plaatsen waren van groot belang in de religieuze praktijken van Indo-Europese volkeren. Toen zij nog op de steppen leefden, werd een stuk land door het stamhoofd of de koning afgezet en heilig verklaard. Dit afgebakende gebied was essentieel voor de communicatie met de goden en fungeerde als plek waar zegeningen van de goden konden worden ontvangen.
Het huis zelf werd binnen Indo-Europese culturen altijd beschouwd als een heilige plaats. De thuisomgeving had dus een bijzondere betekenis in religieuze praktijken, maar hoe deze religie thuis werd uitgeoefend, viel onder de verantwoordelijkheid van het gezinshoofd. Dit maakt huisaltaren tot persoonlijke, maar tegelijkertijd diep religieuze plekken, waar de familie hun geloof in de intieme sfeer van het huis beleed, in overeenstemming met de bredere religieuze tradities van hun cultuur.
Proto-Indo-Europese levensopvattingen
In andere blogs gaan we dieper op dit onderwerp in. Religie ontstaat altijd vanuit normen en waarden van de bevolking die haar beleid.
Om te begrijpen wat belangrijke Indo-Europese normen en waarden zijn, is het belangrijk om te snappen dat we onze oorsprong hebben als nomadische steppe herders. De Indo-Europese samenleving is dharmatisch, vanuit dit morele uitgangspunt kunnen al kun levensopvattingen worden herleid.
Gastvrijheid
De steppen staan bekend als een gevaarlijk gebied met een onverbiddelijk klimaat. In deze omstandigheden was wederzijdse gastvrijheid een essentiële levensvoorwaarde. Mensen moesten in tijden van nood kunnen vertrouwen op de hulp en gastvrijheid van anderen, en tegelijkertijd de garantie bieden dat zij zelf diezelfde gastvrijheid zouden verlenen wanneer de situatie daarom vroeg. Dit leidde tot een wederzijdse relatie tussen gast en gastheer, gebaseerd op afspraken, rituelen en het uitwisselen van geschenken.
Het geven en ontvangen van gunsten was doordrongen van rituele verplichtingen die de gast opdroegen om in de toekomst altijd gastvrij te zijn tegenover zijn gastheer. Deze verplichting was niet tijdelijk, maar kon zelfs van generatie op generatie worden doorgegeven. Een treffend voorbeeld hiervan vinden we in de verhalen van Homerus, waar de krijgers Glaukos en Diomedes hun gevecht staakten en geschenken uitwisselden toen zij ontdekten dat hun grootvaders een gast-gastheerrelatie hadden gehad. Overtredingen van deze verplichtingen werden beschouwd als immoreel, onwettig en onheilig. In de oude Ierse wetgeving werd het weigeren van gastvrijheid zelfs als een ernstige misdaad gezien, gelijkwaardig aan moord. Ook het doden van een gast of het misbruiken van gastvrijheid werden met afschuw bekeken.
De term *ghós-ti-, die oorspronkelijk "tafelgenoot" betekende, verwees zowel naar gastheer als gast, wat de wederkerigheid van deze relatie benadrukte. In religieuze contexten werd het offeren van gaven aan de goden eveneens gezien als een vorm van gastvrijheid. Tijdens het ritueel trad de offeraar op als gastheer voor de goden, waarbij vrijgevigheid centraal stond. In andere situaties fungeerden de goden als gastheren, die in ruil voor offers en devotie hun zegeningen of hulp schonken aan de offeraar. Dit concept van wederkerigheid wordt in verschillende culturen weerspiegeld in uitdrukkingen zoals quid pro quo in het Latijn en eit fyrir eit in het Oudnoors, beide verwijzend naar het principe van "voor wat, hoort wat."
In bijvoorbeeld de Oud-Ierse wetgeving werd gastvrijheid tot in detail gereguleerd. Iedere klasse binnen de sociale hiërarchie had recht op een specifiek niveau van gastvrijheid, wat de diepgewortelde waarde van deze traditie in de samenleving benadrukt. Gastvrijheid was dus niet alleen een morele verplichting, maar ook een wettelijke en religieuze plicht, met verstrekkende consequenties voor individuen en gemeenschappen.
Bidden
In tegenstelling tot bij het Christendom, wordt een Europees paganist niet heel de dag achtervolgd door zijn God. De goden hebben op zichzelf een druk bestaan met het reguleren van het hele universum. De goden helpen alleen mensen die zichzelf helpen. Jij moet de goden uitnodigen om jou aan te horen. Er is ook geen sprake van jaloerse goden die aanbeden moeten worden of voor wie je godvrezend hoeft te zijn. De goden kunnen je ook niet zuiveren van jouw zonden: daden hebben consequenties, positief of negatief. Ook kunnen de goden het lot niet veranderen, ze kunnen je alleen helpen op jouw pad. En jij kan kracht halen uit de goden, net zozeer als dat jij dat uit jouw voorouders kan. Tenslotte sta jij op de schouders van reuzen.
Omdat het Indo-Europees paganisme dharmisch is (het universum / de samenleving wordt in balans gehouden door kosmische wetten), wordt binnen het Indo-Europees paganisme weinig verschil gemaakt tussen bidden en offeren. Hierop is de wetmatigheid van gastvrijheid van toepassing. Tijdens het ritueel ben jij de gastheer van de goden. Een andere keer ben jij te gast bij de goden. Bij openbare rituelen waren sterk voorgeschreven regels (die vaak geheim waren). Echter, in jouw eigen huis maakten deze regels niet veel uit.
Historische bronnen lijken aan te geven dat een gebed naar de paganistische goden ongeveer als volgt verloopt. (Dit kan echter sterk variëren van jouw persoonlijke voorkeur.)
Ritueel wassen
De goden houden van schoonheid en structuur. Dus voordat je de goden toespreekt is het raadzaam jezelf ritueel te wassen. Dit werd zowel door de Vikingen als in hedendaags India gedaan. Middeleeuwse bronnen beschrijven de Vikingen als bijzonder schoon. Ze wasten zichzelf bovengemiddeld vaak. Dit kan archeologisch worden teruggezien in de vele kammetjes die zijn gevonden.
Rijke Germaanse en Viking vrouwen droegen regelmatig voorwerpen zoals zilveren en bronzen nagels, reinigings setjes en oorlepels. Dit kan worden gezien als een uiting waarbij de vrouw zowel haar rijkdom als vroomheid benadrukt. Mogelijk kunnen ook de vele scheermessen die uit de bronstijd zijn teruggevonden en de Etruskische en Keltische spiegels hiermee in verband worden gebracht.
Hierbij enkele voorwerpen:
https://www.celticwebmerchant.com/nl/reenactment/living-history/viking-kam/
Het Ritueel
1, jij roept de goden aan. Bijvoorbeeld Odin. Je adresseert hem om bepaalde eigenschappen die passend zijn voor Odin en die belangrijk zijn voor hetgeen wat jij aan hem gaat vragen. Bijvoorbeeld: o Odin, de wijze die dronk uit de bron Mímisbrunnr. Geef mij de kracht om aankomende maand mijn studie af te ronden.
1, Jij geeft een gift aan de goden, deze stop je in je Hlautbolli (offerschaal), drinkhoorn of rhyton .
2, Daarom schenk ik aan jou deze heilige mede. Je schenkt de mede over naar de Hlautbolli.
3, Als de goden gehoor geven aan jouw uitnodiging, dan krijg je er mogelijk iets voor terug.
Hoe richt ik een huisaltaar op
Je kan zelf kiezen hoe jij jouw huisaltaar wilt inrichten. Hier zijn geen officiële richtlijnen voor, omdat het ritueel thuis plaatsvindt. We adviseren om niet te krampachtig om te gaan met hoe je wel en niet je huisaltaar moet opstellen. We adviseren vooral om een methode te gebruiken die voor jou werkt en deze voortaan te herhalen zodat er een traditie ontstaat. Onthoud: traditie is belangrijk in Indo-Europees paganisme.
Hierbij enkele tips gebaseerd op verschillende richtlijnen. Deze geven we vooral om jou op ideeën te brengen over wat voor jou een mooie manier is om een paganistisch huisaltaar op te richten.
Overweeg welk altaar meubel je gebruikt. Je kan bijvoorbeeld kiezen voor een altaartafel gemaakt van hout dat lokaal is gewonnen of in bijvoorbeeld Noorwegen of Engeland (als je de Noorse of Germaanse goden vereert).
Overweeg welke altaardoeken je gebruikt. Deze kunnen om praktische redenen van allerlei materialen zijn gemaakt, maar je kan ook kiezen voor puur gebleekt linnen.
Overweeg welke kaarsen je gebruikt. Wij adviseren bijvoorbeeld bijenwaskaarsen omdat die een betere verbinding geven met de voorouders. Voor hen was de bij een zeer belangrijk dier. (het Oud-Iers recht rekende bijen als vee)
Gebruik een standaard indeling voor je huisaltaar, maak daarbij onderscheid tussen de heilige plek (het altaar zelf) en het gebied daaromheen (waar je voorwerpen kunt leggen tijdens het ritueel. De oud-Noorse, Griekse, Romeinse en Angelsaksische teksten bieden verschillende handvatten die je in het altaar kunt verwerken.
Indeling Oudnoors huisaltaar
Als uitgangspunt nemen we een Oudnoors altaar. Maar we zullen tegelijk verschillende alternatieven benoemen.
Het huisaltaar (stalli) kan op verschillende manieren worden ingericht. Hierbij enkele tips:
Overweeg om de stalli op een verhoogd platform of tafel te maken.
Het kan handig zijn om de stalli in te delen in verschillende vakken. Waarbij elk deel zijn eigen functie krijgt. Je kan hem bijvoorbeeld in drie, zes of negen vakken verdelen zoals in de Kjalnesinga saga wordt vermeld. Negen is het heilige getal, het ideale getal voor een feestmaal. Het Keltische koningsgraf teruggevonden in Hochdorf had servies en ruimte voor negen gasten.
Waar plaats ik mijn huisaltaar
Plaats je altaar op de haard als je die hebt. De haard is meestal het centrum van het huis. Samen ga je om de haard zitten. De haard houdt je familie warm en was heilig in de meeste Indo-Europese religies.
Je kan het altaar ook in een eigen hoekje of een nis plaatsen. Dan heeft het zijn eigen plaatsje. Een nis is ook een tussenruimte of een grens tussen twee plaatsen. En dat is precies wat we doen als we de goden aanbidden. We gaan naar een tussenruimte om een beter contact te krijgen met de goden. Daarom werden oevers van meren en rivieren of grafheuvels zo veel gebruikt in het paganisme. Het zijn grensgebieden tussen twee werelden.
Windrichting
Er zijn verschillende kanten waar je je toe kunt richten. De Noorse goden leven in het Noorden en daar wordt tot gebeden. Dit staat in In Vegtamskvida waarin Odin naar het noorden kijkt terwijl hij de heilige galdr (speuken) doet. In Jórmsvikingsaga wordt een vergelijkbare handeling gedaan in Jómsviking Saga. Waar Jarl Sigvaldi Strut-Haraldsson naar zijn beschermgodin neerknielt en zich tot het noorden keert. De landen waar de goden vandaan komen zijn in het noorden, en daarom is dat de richting waarnaar Vikingen hun ritueel doen. Terwijl de oostelijke richting de richting van het dodenrijk en bij offergaven is (zowel van dode dieren als voedsel). Dit zien we in de Vegtamskviða waar Odin praat tegen de dode Völva. Hij rijdt richting de oostelijke deur en bidt vervolgens noordelijk.
Het oosten staat ook voor de opkomende zon en Ostara. De meeste Indo-Europese rituelen werden met de klok mee gedaan, van Oost naar West. Je kan ook kiezen om jezelf te richten naar heilige plaatsen in de betreffende Indo-Europese cultuur. Voor de Grieken was de berg Olympus de plek waar de goden woonden. De Keltische goden woonden boven op de Alpen. Houd daarmee ook rekening met het plaatsen van eventuele votiefbeeldjes.
Goden mixen
Zoals bekend stammen veel goden af van onze Proto-Indo-Europese voorouders. Daarom maakt het niet uit of je uitsluitend Germaanse, Viking, Slavische, Romeinse of Griekse goden aanbidt. Je kan ook prima een mix hiervan aanbidden. Tot ver in Germanië werden Romeinse votiefbeeldjes gebruikt om (mogelijk Germaanse) goden te aanbidden. Het onderstreept ook de reden waarom de Romeinen (op bij het Christendom na) bepaalde goden verboden. Ze konden de goden van de nieuw veroverde landen vrij goed herkennen.
Votiefbeeldjes
Votiefbeeldjes zijn niet essentieel voor het aanbidden van goden, en het is aannemelijk dat ze niet altijd werden gebruikt in rituele contexten. Toch is bekend dat de Indo-Europese volkeren, zelfs in hun vroege periode, wel degelijk votiefbeeldjes gebruikten, in tegenstelling tot wat de Romeinse geschiedschrijver Tacitus heeft vermeld. Deze beeldjes speelden een specifieke rol binnen religieuze praktijken door de goden centraal te stellen, in plaats van de aanbidder zelf of diens persoonlijke filosofieën en theorieën.
Volgens de Griekse filosoof Jamblīchos helpen votiefbeeldjes de aandacht te richten op de godheid, waardoor de aanbidder zich beter kan verbinden met de goddelijke wereld. Dit voorkomt dat men zich verliest in abstracte denkbeelden en persoonlijke interpretaties, en stimuleert eerder een directe, spirituele uitwisseling. De focus ligt daarbij op de representatie van de god, niet noodzakelijk op het votiefbeeldje zelf. Andere artistieke uitingen, zoals houtsnijwerken of fresco’s, kunnen ook dienen als representaties van goden en godinnen.
Het gebruik van dergelijke beeldvormen benadrukt de noodzaak om de goden een zichtbare aanwezigheid te geven in religieuze praktijken, waarbij het fysieke beeld fungeert als een kanaal voor devotie en spirituele verbinding. Dit sluit aan bij bredere Indo-Europese tradities waarin visuele en materiële cultuur een belangrijke rol speelt in het religieuze leven.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/pagan/houtsnijwerk-beeldjes-en-huisaltaren/viking-houtsnijwerk/
https://www.celticwebmerchant.com/nl/pagan/houtsnijwerk-beeldjes-en-huisaltaren/pagan-beeldjes/
Maak je altaar mooi
Je altaar is een heilige plaats. Versier het met bloemen of stenen uit het passende jaargetijde of de regio die jij het meest aan de goden koppelt. Onthoud, de goden staan centraal in het altaar en de voorwerpen hebben als doel om de goden te behagen.
Grondstoffen
Betrek de elementen in je gebed. Als je een godin aanbid die sterk wordt geassocieerd met aarde, plaats dan een klein schaaltje aarde op je altaar. Bij voorkeur aarde uit het moederland van de cultuur. Richt je jezelf tot Poseidon, plaats dan een schaaltje water op het altaar. Men kan sowieso kiezen om een schaaltje water op het altaar te plaatsen om de
kosmische rivier Élivágar te symboliseren. Dit staat voor de oorsprong van alle wateren op de wereld. Het water staat voor chaos en de levensboom voor structuur. Beide voeden elkaar.
Eedring, torque (stallahringr)
Elke stalli hoort een eedring, torque of Oudnoors stallhalingr te hebben. Deze kan aan de noordoostelijke kant worden gelegd vanwege de associatie met Hell en de voorouders in het noorden. De Indo-Europese samenleving was een sterk eed gebonden samenleving.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/sieraden/keltische-torque-sieraad/
https://www.celticwebmerchant.com/nl/sieraden/viking-armband-kopen/
Drinkhoorn
De hoorn staat voor Auðumla, de oerkoe die geboorte gaf aan al het leven toen het ijs smolt van Niflheim. (runderen zijn heel belangrijk in Indo-Europees paganisme, denk aan India). Deze drinkhoorn kan je ook gebruiken als rhyton.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/pagan/drinkhoorn-kopen/
Vuur
Sökkdalir, eldskál, of het vuur kan in het zuiden of in het oosten worden geplaatst. Dit staat voor de zon, de godin van de dageraad en de goddelijke tweeling. Vuur is heilig in het Indo-Europees paganisme, woorden worden gedragen in het vuur en het is een Indo-Europees gebruik om soms offergaven in het vuur te gooien. Vuur staat ook voor Vestia, de godin van het huis.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/pagan/living/wasfakkels-kopen/
Offerschaal / Hlautbolli
In rituele praktijken speelt de bloedschaal een belangrijke rol, waarin vloeibare offers worden gegoten. Naast het gebruik van de bloedschaal zijn er ook schalen die dienen om heilige bronnen te symboliseren en om aarde uit het moederland te bewaren. In de Hlautbolli werden niet alleen bloedoffers gebracht; ook vloeistoffen zoals wijn, mede, melk en bier konden als offer worden gebruikt. De voorkeur voor melk als offer is bijzonder betekenisvol, omdat dit een directe verwijzing is naar onze voorouders. Het vermogen om melk te verteren was essentieel voor hun overleving en migratie vanuit de steppen naar Europa.
Deze traditie van het offeren van zowel vaste als vloeibare stoffen vindt ook weerklank in de rituelen van de oude Grieken en Romeinen. Bij het offeren van dieren werden delen van het offer verbrand of vloeibare offers op de grond gegoten als eerbetoon aan de goden. Wat niet werd geofferd, werd door de deelnemers geconsumeerd tijdens een ritueel diner, een symbolische maaltijd met de goden die de verbondenheid tussen het aardse en het goddelijke versterkte.
Zo weerspiegelt het gebruik van vloeibare offers niet alleen de culturele en religieuze praktijken van onze voorouders, maar ook de diepere verbinding met de natuur en de goden.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/pagan/houtsnijwerk-beeldjes-en-huisaltaren/pagan-huisaltar/
Runen
Hel Rúnar, runen, staan in verband met Odin, aangezien hij de meester van de Runen is. Runen bevatten magie.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/25-runen-voorspellingsstenen.html
Wierook
Hindi, Boeddhisten, Romeinse paganisten en Griekse paganisten gebruiken wierook. De kans is groot dat de Kelten, Slaven en Germanen ook vergelijkbare materialen als wierook branden om een goede geur te geven tijdens het ritueel. Wierook stijgt op naar de hemel waar de goden wonen. Ook offerdieren worden geroosterd. De Grieken vermelden dat de geur van geroosterd vlees prettig is voor de goden. Wierook op zich wordt ook als offer aan de goden gezien in Hindi, de Griekse en Romeinse cultuur.
Hierbij enkele voorbeelden van wierook schaaltjes
https://www.celticwebmerchant.com/nl/kleine-vuurschaal-op-poten.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/messingen-wierookschaaltje.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/sutton-hoo-olielamp.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/wierookhouder-wilde-jacht.html
Mjölnir
Een zeer belangrijk symbool voor Germaans paganisme is de Mjölnir of Thorshamer. Zelf geven we er de voorkeur aan een Mjölnir die is gemaakt van de meest pure grondstoffen zoals zilver of goud. Echter kan het ook een idee zijn om te kiezen voor een bronzen Mjölnir omdat dit de bronstijd symboliseert, de tijd waarin de Indo-Europese volkeren naar Europa trokken.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/sieraden/mjolnir-thorshamer/
Altaars in de tuin
Meerdere Indo-Europese culturen plaatsen kleine altaars in de tuin. In het Anglosaksisch heet dit een hörg. Dit woord komt regelmatig terug in Engelse plaatsnamen. Maar ook de Vikingen gebruikten altaren buitenshuis. In één Noors gedicht bouwt een man een Hörg om expliciet Freya te aanbidden. Het is een idee om de hörg af te zetten met verschillende palen en een kleine omheining, om zo te laten zien dat het meer is dan een stapel stenen maar een heilige plaats betreft. Het is kenmerkend voor de Indo-Europese cultuur dat sommige plaatsen als heilig werden beschouwd.