Pagan symboliek, de Levensboom

Pagan symboliek, de Levensboom

De levensboom is een belangrijk symbool dat voorkomt in talloze mythologische, religieuze en filosofische tradities wereldwijd. Het staat vaak symbool voor de verbinding tussen de hemel, de aarde en de onderwereld, zoals geïllustreerd door de Yggdrasil in de Noordse mythologie. Hoewel de levensboom een centrale rol speelt binnen het Indo-Europese paganisme, is het symbool ook aanwezig in niet-Indo-Europese culturen, zoals die van de inheemse Amerikaanse volkeren en het oude Mesopotamië

Er is veel discussie over de oorsprong van het concept van de Levensboom: sommige wetenschappers stellen dat het symbool onafhankelijk in verschillende culturen is ontstaan, terwijl anderen betogen dat er sprake is van wederzijdse culturele beïnvloeding. In folklore en verschillende culturen komen verschillende weergaven van de levensboom voor, waarbij het vaak geassocieerd wordt met thema's als onsterfelijkheid en vruchtbaarheid. Het is onwaarschijnlijk dat de levensboom een uiting is van een overkoepelende wereldwijde religie. 

In deze blog zullen we verschillende Indo-Europese mythologische tradities verkennen die verband houden met de levensboom. 

 

De oorsprong van de levensboom

Omdat de levensboom zo oud en wijdverspreid is, is het onwaarschijnlijk dat hij een Indo-Europese oorsprong had. Maar wat is dan wel de bron van dit symbool?

Mogelijk lag de oorsprong van de levensboom in het Oeralgebergte. Hier werd rond 3000 v.Chr. het Proto-Oeraals gesproken (de moedertaal van onder andere het huidige Hongaars en Fins). Een groep sprekers van het Indo-Europees trok via het Oeralgebergte door naar Perzië en India. Toen een groep Proto-Oeraalssprekende mensen naar het noorden en Scandinavië trok, namen zij de levensboom mee naar Europa. Het Griekse concept van de levensboom zou in dat geval beïnvloed zijn door ideeën uit het Nabije Oosten en contact tussen de Proto-Oeraliërs en de jager-verzamelaars in Noord-Azië zorgde voor verspreiding door Azië heen.

Een andere theorie, die van onder andere  Hilda Ellis Davidson, is dat de levensboom is ontstaan in Noord-Eurazië. Zowel de Native Americans, de sprekers van het Proto-Oeraals, de Proto-Indo-Europese steppeherders en de sprekers van het latere Indo-Arisch hadden (indirect) contact met de volkeren uit Siberië. 

Inderdaad zijn er overeenkomsten met de Scandinavische Yggdrasil en sjamanistische tradities uit Noord-Eurazië. Davidson suggereert dat dit concept gebaseerd is op een heel oud idee, mogelijk beïnvloed door de Poolster, die als het centrum van de hemel werd gezien. In Siberische sjamanistische tradities fungeert een centrale boom vaak als een middel om de hemel te bereiken. Daarnaast wijst ze op de gelijkenissen tussen de afbeelding van een adelaar boven op Yggdrasil en een slang die zich om de wortels van de boom slingert. Deze elementen lijken overeenkomsten te vertonen met kosmologische beelden uit Azië. 

Indo-Europese kosmische orde

De kosmische orde is de natuurlijke gang van zaken in het universum. In verschillende tradities wordt deze bewaakt door figuren zoals de Noorse Nornen, de Keltische Matres en de Griekse Moiren. In de Vedische traditie staat deze orde bekend als Rta, vanuit het Proto-Indo-Europese woord *h₂r-tós (Xartus), en in het Grieks wordt het aangeduid met Kosmos.

Rta vertegenwoordigt een dynamische kosmos waarin zowel fysieke elementen, zoals de hemellichamen, als abstracte concepten, zoals morele ontwikkeling, voortdurend in beweging zijn (gati). Alle onderdelen van het universum werken harmonieus samen binnen deze kosmische orde (samghatna). Dankzij de kracht van Rta functioneren zowel de natuur als sociale structuren in evenwicht.

De loop van gebeurtenissen wordt bepaald door de onvermijdelijke wetten van oorzaak en gevolg. Mensen vinden hun ware vervulling door te handelen in overeenstemming met de wetten van Rta. Het negeren hiervan veroorzaakt chaos en lijden. De regels die Rta ondersteunen worden samengevat als dharma, afgeleid van het Proto-Indo-Europees  *dʰer- (‘ondersteunen, vasthouden’). De Grieken noemden dit Logos en baseerden hun filosofie en wetenschap op deze fundamentele logica.

Dharma omvat de principes en regels die de Rta ondersteunen. Het niet naleven van deze wetten resulteert in adharma, wat verstoringen in de natuurlijke balans veroorzaakt en leidt tot ellende en tegenslag. 

Het Griekse woord kosmos betekent letterlijk "orde" of "geordende wereld," en stond in contrast met chaos, dat verwijst naar wanorde of de oorspronkelijke oertoestand zonder structuur. 

De levensboom in Indo-Europese mythologieën

De Vedische Aśvattha

De Aśvattha (Sanskriet: अश्वत्थ) of heilige vijg is een belangrijke boom in het hindoeïsme en wordt veelvuldig genoemd in religieuze teksten zoals de Rigveda. In het boeddhisme is de Bodhiboom, waaronder Gautama Boeddha verlichting bereikte, ook bekend als de Aśvattha.

De naam Aśvattha komt uit het Sanskriet en is samengesteld uit twee woorden: "śva" (श्व) van een woord dat "morgen" of "toekomst" betekent, en "stha" (स्थ) betekent "staan" of "blijven staan". Samen kan Aśvattha vertaald worden als “dat wat morgen blijft staan” of vrijer, "dat wat stabiel blijft in de toekomst." Een alternatieve interpretatie is een samenstelling tussen  "aśva" (अश्व, “paard”) en "stha", “waar een paard blijft staan." 

De wortels van de Aśvattha wijzen naar de hemel, en de takken hangen naar beneden. De boom vertegenwoordigt in die context het hele universum, met zijn wortels verankerd in het goddelijke en zijn takken die zich uitstrekken in de wereld. Deze symboliek wijst op de verbinding tussen het transcendente en het aardse.

In de Katha Upanishad legt Yama uit dat de boom het de pure, onsterfelijke Brahman vertegenwoordigt, de universele bron van alle werkelijkheid. De boom fungeert als een metafoor voor de levenscyclus en symboliseert de zielen die door geboorte en dood gaan in een voortdurende cyclus.

In latere hindoeïstische geschriften krijgt de Aśvattha een andere betekenis. In de Bhagavad Gita legt Krishna uit dat de Aśvattha-boom geen begin of einde heeft. De takken, gevoed door de gunas (natuurlijke eigenschappen), spreiden zich uit als de acties van mensen. Het is in deze tekst een symbool voor de illusies van de materiële wereld. In spirituele zin is de boom een metafoor voor de manier waarop mensen verstrikt raken in de tijdelijke, vluchtige aspecten van het bestaan. De tekst moedigt aan om deze gehechtheid af te snijden, om zo één met het goddelijke te worden.

De Aśvattha speelt ook in het hedendaagse hindoeïsme nog een grote rol. De ficus religiosa wordt bij tempels en heilige plaatsen geplant en gedroogde bladeren en schors van de boom worden gebruikt in rituelen, zoals Agnihotra-offervuurwerken.

De Perzische Gaokerena

De Avesta, het heilige boek van het zoroastrisme dat veel elementen van de oude Perzische religie heeft bewaard, noemt verschillende heilige planten en bomen die verband houden met leven, onsterfelijkheid en genezing.

De Avesta beschrijft de haoma, waarvan een belangrijke rituele drank wordt gemaakt. De Perzen geloofden dat de haoma geneeskrachtig was en vruchtbaarheid bevorderde. Het was mild-hallucinerend, zonder schadelijke bij-effecten. De Avestaanse drank die van de haoma werd gemaakt, is verwant aan het Sanskriet soma, een rituele drank in de Vedische religie, wat duidt op een gemeenschappelijk religieus kenmerk van de Indo-Iraanse tradities die aan het zoroastrisme voorafgingen.

De mythologische haomaplant Gaokerena was geneeskrachtig en had de mogelijkheid onsterfelijkheid te schenken. De naam Gaokerena komt van het Avestaans “gao” (van het Proto-Indo-Europees *gʷou̯-), “koe” en “kerena”, wat mogelijk herleid kan worden tot de Proto-Indo-Europese wortel *ḱer-" of "ḱerh₃-," wat "groeien" of "opkomen" betekent. Alternatief kan het worden geïnterpreteerd als “runderhoorn”.

Het oer-rund Gavaevodata, geschapen door de oppergod Ahura Mazda,  werd gedood door de kwade geest Ahriman. Uit diens lichaam groeide de Gaokerena in de oerzee Vourukasha. Ahura Mazda blies zijn levensadem in de boom, waaruit Mashya en Mashyaana, de eerste twee mensen, geboren werden.

De Middel-Perzische tekst van de Bundahishn vertelt dat de mythologische roofvogel Simurgh (van het Oud-Perzische Saena) in de Gaokerena woonde. Wanneer hij wegvloog van de boom, schudden diens takken, waardoor de zaden van de boom zich over de wereld verspreidden en het leven gaf aan alle planten en bomen. Ahriman stuurde kwaadaardige dieren, kikkers, salamanders en slangen om de boom te vergiftigen. Dit is waarschijnlijk een latere ontwikkeling in het zoroastrisme en het is niet duidelijk of dit verhaal zijn oorsprong heeft in de oude Perzische religie. Daarentegen woont ook in de Noorse Yggdrasil een roofvogel (een adelaar), en probeert de draak Níðhöggr de boom te ondermijnen.

Mashya en Mashyana, de eerste mensen, vertonen een parallel met Ask en Embla uit de Noorse mythologie. Beide zijn de eerste mensen, geschapen om de aarde te bevolken en de schepping voort te zetten. Beide paren zijn afkomstig uit de natuur – Mashya en Mashyana uit een plant of boom, en Ask en Embla uit boomstammen – en ontvingen levensadem van goddelijke wezens (Ahura Mazda en de Amesha Spenta bij de eersten, en Odin, Vili en Vé bij de laatsten). In beide verhalen symboliseren deze paren het begin van de mensheid en hun band met de natuur en goddelijke schepping.

De Germaanse Irminsul

Het Oud-Saksische woord Irminsûl, wat "grote pilaar" betekent, heeft een belangrijke plaats in de Germaanse mythologie. Het eerste deel, Irmin-, betekent "groot" en komt terug in verschillende Germaanse tradities. Irmin kan in het Oudnoors vertaald worden als Jörmunr, net als Yggr één van de bijnamen van Odin.

De Saksen geloofden dat Irminsul een kosmische pilaar was die de hemel ondersteunde, en hij werd soms ook beschouwd als een symbool van hun stamidentiteit en heidense geloof. Het was een specifiek heiligdom en had een uitgesproken cultische functie. Hij werd waarschijnlijk vereerd met offers en rituelen als symbool van stam en godsdienstige eenheid.

Karel de Grote heeft in 772 een Irminsul heiligdom vernietigd tijdens een campagne tegen de Saksen. Het is niet duidelijk of dit de enige Irminsul was, of dat elk gebied een eigen Irminsul had.

De Scandinavische Yggdrasil

Yggdrasil is de immense esseboom die een centrale rol speelt in de Noorse kosmologie. De boom staat symbool voor het universum en verbindt de Negen Werelden, elk met hun eigen unieke eigenschappen en bewoners.

De naam betekent letterlijk “paard van Yggr”, waarbij Yggr één van de bijnamen van Odin, “de vreeswekkende”, is. Dit verwijst naar de poëtische Edda, waarin Odin zichzelf opoffert door aan een boom te hangen. Hieruit ontstaat de symboliek van Yggdrasil als de galg van Odin.

De belangrijkste beschrijvingen van Yggdrasil komen uit de Poëtische Edda en de Proza Edda uit de 13e eeuw, waarin hij wordt beschreven als een gigantische es, heilig voor de goden, en een cruciale plek voor hun vergaderingen. Dit toont de boom niet alleen als kosmisch centrum, maar ook als politiek en sociaal middelpunt van de godenwereld.

De takken van Yggdrasil strekken zich hoog uit in de hemel, terwijl zijn wortels zich uitstrekken naar drie verschillende locaties: de bron Urðarbrunnr in Asgard, Hvergelmir in Niflheim, en Mímisbrunnr, de bron van wijsheid in Jotunheim. 

Yggdrasil wordt bewoond door mythische wezens zoals de draak Níðhöggr die aan de wortels van de boom knaagt, de adelaar Veðrfölnir, de eekhoorn Ratatoskr, en de vier herten Dáinn, Dvalinn, Duneyrr, en Duraþrór. 

De Griekse tuin van de Hesperiden

In de hierboven beschreven mythologieën is de levensboom verbonden met vruchtbaarheid en het leven. Interessant is dat de Griekse mythologie een heel andere rol toebedeelde aan een heilige boom.

De godin Hera ontvangt van haar grootmoeder Gaia (aarde) een tak met gouden appels, die ze plant in haar tuin van de Hesperiden. Deze bomen worden bewaakt door de draak Ladon, die indringers afschrikt. 

Een bekend verhaal over deze gouden appels betreft Aphrodite, die Hippomenes appels geeft om Atalanta af te leiden tijdens een hardloopwedstrijd, zodat hij haar hand kan winnen. Hoewel de oorsprong van deze appels in de mythe niet expliciet wordt vermeld, wordt vaak aangenomen dat Aphrodite ze van Hera's boom plukte.

Later steelt Eris een van de appels en graveert de woorden ΤΗΙ ΚΑΛΛΙΣΤΗΙ ("aan de mooiste") erin, wat leidt tot de creatie van de Appel van Twist en de Trojaanse oorlog. Heracles moet vervolgens drie van de gouden appels terughalen als onderdeel van zijn Twaalf Werken.

De tuin van de Hesperiden wordt vaak vergeleken met het Bijbelse Eden, waarbij de gouden appels als parallellen worden gezien voor de verboden vrucht van de boom in Genesis. Daarnaast wordt Ladon vaak vergeleken met de slang uit het verhaal van Eden. Deze associaties zijn een belangrijke reden waarom de verboden vrucht in Europese kunst vaak als een appel wordt afgebeeld, hoewel de Bijbel geen specifieke kenmerken van de vrucht noemt.

Keltische heilige bomen

In tegenstelling tot de mythologie van veel andere Indo-Europese volkeren, was er in de Keltische mythologieën geen individuele heilige boom, maar bomen werden wel degelijk als heilig gezien.

Er waren vijf heilige bomen in Ierland: de Éo Rossa (een taxusboom), Bile Dathi (een es), de Éo Mugna (een eik), de Cráeb Uisnig (een es), de Cráeb Uisnig (een es) en de Bile Tortan (een es). De letters van het ogham-alfabet werden in de middeleeuwen al uitgelegd met bomennamen, een belangrijke bron hiervoor zijn de lijsten van de bríatharogaim (‘woord-oghams’).

De Oudierse wetteksten maken onderscheid tussen verschillende soorten bomen, de Airig Fedo (‘edelen van het woud’), Aithig Fedo (‘burgers van het woud’), Fodla Fedo (‘lageren van het woud’) en Losa Fedo (‘struiken van het woud’). De Airig Fedo waren de eik, hazelaar, hulst, taxus, es, grove den en wilde appel. 

De eik was nobel vanwege zijn eikels en de planken die van zijn hout gemaakt konden worden. Hij is prominent in andere Keltische tradities en wordt in historische teksten, zoals die van Strabo en Plinius de Oudere, beschreven als een heilige boom die verbonden is met druïdische rituelen. De eik was de ogham-letter D, “dair”, ook uitgelegd als ‘hoogste boom’, ‘handwerk van een ambachtsman’ en ‘meest bewerkt als ambacht’.

De hazelaar was nobel vanwege zijn hazelnoten en de staven die van zijn hout werden gemaakt voor het bouwen van hekken en omheiningen. Hij stond symbool voor de wijsheid. De hazelaar was de ogham-letter C, “coll”, ook uitgelegd als ‘mooiste boom’, ‘vriend van noten’ en ‘zoetste boom’.

De hulst was nobel omdat de Ieren van het hout schachten voor strijdwagens en speren maakten Hij werd gebruikt als wintervoedsel voor vee. Mogelijk was de hulst de ogham-letter T, “tinne”, ‘één van de drie delen van een wiel’, ‘één van de drie delen van een wapen’.

De taxus was nobel omdat men van het hout allerlei voorwerpen maakte. De taxus was de ogham-letter I, “idad”, ‘oudste boom’, ‘mooiste van de ouden’, ‘energie van een zieke’.

De es was nobel omdat men van het hout allerlei voorwerpen maakte. De esdoorn was de ogham-letter O, Onn, ‘verwonder van paarden’, ‘gladste van ambacht’, ‘(gereedschap) van krijgsbenden’.

De grove den was nobel vanwege zijn hars. De boom was mogelijk de ogham-letter A, Ailm, ‘luidste kreun’, ‘begin van een antwoord’, ‘begin van een roep’.

De appelboom was nobel vanwege zijn vruchten en bast (mogelijk voor verfstoffen). De appelboom symboliseert vruchtbaarheid en onsterfelijkheid in Keltische legendes en wordt verbonden met mythologische figuren zoals Cú Roí en Connla. De boom was mogelijk de ogham-letter Q, Cert, wat wordt uitgelegd als ‘schuilplaats van een gek(?)’, ‘voeding van een onbelangrijk persoon’ en ‘bezinksel voor (het verven van?) kleding’.

Ook in Middelwelshe literatuur worden belangrijke bomen genoemd. In het gedicht Cad Goddeu (de strijd der bomen) wekt de magiër Gwydion bomen tot leven om als zijn leger te vechten. Het zou interessant zijn om de bomen die hierin worden genoemd te vergelijken met de bríatharogaim.Daarnaast was de els een manier om de mythologische figuur Bran (Bendigeidfran) te herkennen.

De Levensboom als brug naar de Andere Wereld

De Noorse esdoorn Yggdrasil verbindt de negen verschillende werelden van de kosmos.

Ásgarðr, Thuis van de Aesir-goden zoals Odin en Thor, boven in de kosmos.

Vanaheimr, Rijk van de Vanir-goden, geassocieerd met vruchtbaarheid en natuur.

Miðgarðr, Wereld van de mensen, verbonden met Ásgarðr via de Bifröst-brug.

Jötunheimr, Thuis van de reuzen, vaak in conflict met de goden.

Niflheimr, Koude, mistige wereld van dood en kou, waar Níðhöggr de wortels van Yggdrasil knaagt.

Múspellsheimr, Vuurwereld van de vuurreuzen, belangrijk bij Ragnarök.

Álfheimr, Rijk van de lichtelfen, verbonden met natuur en magie.

Svartálfaheimr/Niðavellir, Ondergrondse wereld van de dwergen, meesters in smeden.

Helheimr, Rijk van de doden, geregeerd door de godin Hel, verbonden met Niflheim.

De boom wordt gevoed door drie bronnen, Urðarbrunnr in Asgard, Hvergelmir in Niflheim, en Mímisbrunnr, in Jotunheim.

In de Ierse mythologie staan er negen hazelaars bij de bron van Connla. De zalm die in de bron leefde, at de hazelnoten, waardoor de zalm alle kennis en wijsheid van de wereld verkreeg; wie de zalm at, kreeg deze kennis ook. Het water van deze bron was een doorgang naar de Andere Wereld.

De Andere Wereld of Tír na nÓg was een plek van eeuwigdurende jeugd, schoonheid, gezondheid en overvloed. Als zodanig is het vergelijkbaar met het Vedische Śvetadvīpam (‘Witte Eiland’), het Griekse Hyperborea en het Scandinavische Ódáinsakr in Jötunheimr.

De Levensboom, offers en de kosmische orde

De levensboom, als verbinding tussen de verschillende werelden in de kosmos, was het symbool voor stabiliteit en kosmische orde. Offers van zowel runderen als paarden waren essentieel om de kosmische orde te handhaven. 

Één van de vertalingen van de Vedische Aśvattha is ‘waar een paard blijft staan’. De naam van de Perzische levensboom Gaokerena wordt vertaald als ‘runderhoorn’. Yggdrasil wordt vertaald als ‘Odins paard’ en ook in het Oudiers wordt de esdoorn met paarden geassocieerd. Deze associatie met paarden en vee valt ons op. Aangezien de Proto-Indo-Europese cultuur nomadisch was, werd de Levensboom wellicht overgenomen als symbool voor vastigheid en onvergankelijkheid.

Het offeren van paarden was verbonden met koningschap en vruchtbaarheid. De Vedische cultuur kende het Ashvamedha-offer, een koninklijk ritueel waarbij het paard de heerschappij van de koning bevestigde en de welvaart van het land moest bevorderen. De Romeinen offerden in oktober een paard aan de god Mars en gebruikten het bloed uit diens staart (of penis) om de haard van de Vestaalse maagden, symbool voor de eeuwige bescherming en vitaliteit van de stad en het Romeinse rijk, mee te besprenkelen. Ook in Ierland en bij de Vikingen werden paarden geofferd en het vlees gegeten.

Het offeren van runderen was minder nauw verbonden met vruchtbaarheid en soevereiniteit en daarom mogelijk wijder verspreid. Dit gaat terug naar de Proto-Indo-Europese mythe van Trito, de eerste krijger, die het gestolen vee bevrijdt en deze uiteindelijk offert aan de goden om de kosmische cyclus van wederzijdse verplichtingen tussen mensen en goden te waarborgen.

Afsluiting

We hebben geprobeerd een overzicht te bieden van de mogelijke symbolische betekenis van de Proto-Indo-Europese levensboom. Waarschijnlijk staat de boom voor de onsterfelijke ziel (*bʰerǵʰ-:). De takken en wortels symboliseren de kosmos (Xartus). De goden dienen de kosmos. De boom voedt zichzelf vanuit chaos (*ǵʰeh₂n-,) en zet dit om naar structuur en schoonheid, de visualisatie van de kosmos. De takken van de levensboom zijn met elkaar verbonden. Zo staat alles met elkaar in verband. De daden van alle levende wezens hebben invloed op hoe de takken zich verbuigen en hoe de kosmos verandert. Uitgaande van deze filosofie hebben alle handelingen gevolgen, goed of slecht. Hieruit is het Vedische principe Karma ontstaan, vergelijkbaar met het Oudnoorse Hamingja.

Buiten de boom heerst chaos. Uiteindelijk vallen ook wij in de chaos en worden uiteindelijk weer opgezogen in de kosmos wanneer de levensboom via zijn wortels zijn voeding opneemt. Met de wortels is de levensboom verbonden aan de andere werelden.

 

Artikelen waarop de levensboom staat afgebeeld:

https://www.celticwebmerchant.com/nl/drinkhoorn-yggdrasil.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/houtsnijwerk-levensboom-met-keltische-knopen.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/hoorn-drinkbeker-yggdrasil.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/hoornen-beker-yggdrasil.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-drinkhoorn-met-yggdrasil.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/tree-of-life-genuine-leather-journal-with-antique.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/leren-boek-yggdrasil.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/leren-boek-levensboom.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/celtic-tree-of-life-vintage-genuine-leather-journa.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-ring-met-levensboom.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/levensboom-hanger.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/levensboom-hanger-met-zon-en-maan.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/geknoopte-levensboom-brons.html

 

Opgeslagen in de blog: Blog & lookbook

  • auteur: Patrick & Judith
Wees de eerste om te reageren:

Laat een reactie achter

*Verplichte velden