Introductie: Hoplieten

Introductie: Hoplieten

Hoplieten waren burgersoldaten van oude Griekse stadstaten die voornamelijk vochten met speren en schilden. In deze blog introduceren we verschillende type hoplieten die door de eeuwen heen de klassieke wereld domineerden. Veel beroemde persoonlijkheden, filosofen, kunstenaars en dichters uit de Griekse oudheid vochten mee als hoplieten.

De falanx, de formatie waarin hoplieten vochten, was waarschijnlijk een Egyptische of Mesopotamische uitvinding die rond de 7e of 6e eeuw voor Christus werd overgenomen door de Griekse stadstaten en leidde ook tot het ontstaan van de ‘hoplieten’ zelf. Het kenmerkend grote ronde schild dat door hen werd gebruikt, de aspis, was mogelijk op hetzelfde moment ontstaan. De ontwikkeling van individualistische oorlogvoering tot één samenwerkende falanx met consistente uitrusting, duurde mogelijk honderden jaren; waarschijnlijk waren deze Griekse schildmuren pas in de 5e eeuw v.Chr. volledig consistent. De verbintenis tussen hoplieten in de falanx was erg hecht; buren, vrienden en familie gebruikten hun grote schilden om niet alleen zichzelf, maar ook elkaar te beschermen. Een recente archeologische ontdekking op het Griekse eiland Paros toont zelfs aan dat vanaf de 8e eeuw v.Chr. wapenbroeders gezamenlijk in een polyandrion (gemeenschappelijk graf van mannelijke krijgers) werden begraven. 

De falanx, een sociaal experiment

De Griekse krijgscultuur waar de hopliet uit voortkwam was veel ouder dan de Grieken zelf. Deze hadden ze namelijk meegekregen vanuit de Myceense cultuur uit de bronstijd, die net als de Kelten, Germanen en de meeste andere Europese volkeren voortkwam uit de Proto-Indo-Europese steppeherders

Oorlogvoering was in deze samenlevingen een semi-religieuze bedoeling waarbij krijgers heldhaftigheid toonden door zodoende de eigen stam te verrijken en de vijand te verarmen (bijvoorbeeld door vee te stelen). Zo werd een 'feesteconomie' in stand gehouden, waarbij heldhaftige individuele prestaties werden vereerd met grote feesten en heldendichten. Een deel van de krijgsbuit werd geofferd aan de goden, om de kosmische orde onder de mensen en met de hogere machten te herstellen. Deze vorm van oorlogvoering had echter een groot probleem; het legde de nadruk op individuele prestaties en heldhaftigheid, waardoor het niet op grote schaal kon plaatsvinden. Om krijgers te laten functioneren in een leger moest de omslag worden gemaakt tussen het individu en de militaire eenheid als één geheel. De falanx van de Grieken was hier dus een oplossing voor. Het Proto-Indo-Europese koryos ritueel is hier een belangrijke uiting van. 

Het eerste gebruik van de term falanx komt voor in de 8e eeuw v.Chr., in het werk van de beroemde Griekse dichter Homerus. Hij gebruikte de term om het op formatie gebaseerde gevecht te onderscheiden van de individuele duels, die vaak in zijn gedichten voorkomen. 

De falanx zoals wij die kennen werd pas in de 7e of 6e eeuw v.Chr. overgenomen van de Egyptenaren of Mesopotamiërs. Deze nieuwe vorm van oorlogsvoering dwong Griekse krijgers als één blok samen te werken. De krijgers die volledig gepantserd in de schildmuur vochten werden de hoplieten.

Wie werden hopliet

Hoplieten vormden het grootste deel van de oude Griekse legers. Ze waren voornamelijk burgersoldaten met rechtspersoonlijkheid, zoals vergelijkbaar met de krijgersklasse die voortkwam binnen andere Indo-Europese volkeren. De hoplieten kwamen uit dezelfde klasse van de bevolking en kenden elkaar goed. Ze vormde zowel binnen als buiten de falanx een nauwe gemeenschap. Het waren hoofdzakelijk boeren, maar ook ambachtsmensen en filosofen. Ze moesten hun eigen wapenrusting  financieren, zoals een schild, helm, linothorax en speer. Rijkere burgers konden zelfs een bronzen kuras aanschaffen om hun torso te beschermen. Ongeveer een derde tot de helft van de gezonde volwassen mannelijke bevolking was deel van deze krijgersklasse. Omdat ze niet voltijds soldaat waren, ontbrak bij de meeste hoplieten voldoende militaire training om goed in linies te kunnen vechten. Sommige staten onderhielden een kleine elite-professionele eenheid, bekend als de epilektoi of logades ('uitverkorenen') omdat ze werden gekozen uit de gewone hoplieten om zichzelf voltijd bezig te houden met de krijgskunst.  Deze gewoonte bestond onder andere in Athene , Sparta , Argos , Thebe en Syracuse, 

Van alle hoplieten werd verwacht dat ze deelnamen aan een militaire campagne wanneer ze door leiders van de staat werden opgeroepen. De Lacedaemonische burgers van Sparta stonden bekend om hun levenslange gevechtstraining en militaire bekwaamheid, terwijl hun grootste tegenstanders, de Atheners, in hun dagelijks leven ander werk verrichten en pas na de leeftijd van 60 jaar werden vrijgesteld van dienst. Het feit dat hoplieten uit de meeste stadstaten net zoals in Athene hun soldatenwerk als een neventaak verrichten, verminderde onvermijdelijk de potentiële duur van campagnes en zorgde er vaak voor dat het campagneseizoen werd beperkt tot één zomer.

Krijgstactiek

Griekse legers marcheerden vaak rechtstreeks naar hun doel en in sommige gevallen werd het slagveld vooraf afgesproken. Gevechten werden bij voorkeur uitgevochten op vlakke grond en hoplieten vochten liever met hoog terrein aan beide kanten van de falanx, zodat de formatie niet geflankeerd kon worden. Bijvoorbeeld bij de Slag bij Thermopylae, waar de Spartaanse koning Leonidas specifiek een smalle kustpas koos om het Griekse standpunt te bepalen tegen het enorme Perzische leger. De Grieken, die enorm in de minderheid waren, hielden de Perzen 2 dagen lang tegen, tot hun linie door middel van een list werd doorbroken.

Wanneer Grieken tegen elkaar vochten, waren hun gevechten bedoeld om beslissend te zijn. Deze gevechten waren van korte duur en vereisten een hoge mate van discipline. In de vroege klassieke periode werd cavalerie nog amper gebruikt. Later begonnen krijgers te paard de flanken van de falanx te beschermen. Ook achtervolgden ze terugtrekkende troepen of dekten ze de terugtocht van hun eigen leger. Lichte infanterie en speerwerpers werden ook ingezet om de flanken te beschermen en om guerrilla-acties uit te voeren. Als stadstaten tegen elkaar vochten, waren hun legers vaak even groot, net zo goed uitgerust en gebruikten ze vergelijkbare tactieken. Deze gelijkwaardigheid maakte veldslagen zeer bloederig. Om het aantal slachtoffers dat de vijand tijdens gevechten toebracht te verminderen, werden soldaten zo gepositioneerd dat ze schouder aan schouder met hun aspis stonden.

Tijdens de veldslag kon het bevel worden gegeven aan de falanx om naar voren te bewegen, zowel in geheel of ten dele, variërend van een halve tot meerdere stappen; de beroemde othismos. Op dat moment zette de falanx zijn massale gewicht in om de vijandelijke linie terug te dringen, waardoor angst en paniek ontstond bij de vijand. Tijdens een veldslag werden hiertoe vaak meerdere pogingen ondernomen. Als de vijandelijke linie eenmaal brak, dan ontstond er chaos, wat vaak zorgde voor een massale aftocht. Deze achtervolgde het winnende leger soms nog met psiloi , peltasten of lichte cavalerie.

De aspis was zeer zwaar en als een hopliet op de vlucht sloeg werd hij vaak gedwongen dit lastige schild te laten vallen. Hiermee maakte hij zichzelf, zijn familie en stadstaat te schande; Spartaanse moeders knoopten het hun zonen zelfs in de oren om ofwel met hun schild terug te keren, of erop. Een afvallige hopliet werd door zijn gemeenschap met ripsaspis bestempeld, ofwel ‘iemand die zijn schild gooide’.

Hoplieten droegen hun schilden op hun linkerarm, om zichzelf en de soldaat links te beschermen. Dit betekende dat de mannen aan de uiterste rechterkant van de falanx slechts half beschermd waren. In de strijd zouden vijandige falanxen deze zwakte uitbuiten door te proberen de rechterflank van de vijand te overlappen. Het betekende ook dat een falanx in de strijd de neiging had om naar rechts af te drijven (omdat hoplieten probeerden achter het schild van hun buurman te blijven). De meest ervaren hoplieten werden vaak aan de rechterkant van de falanx geplaatst om deze problemen tegen te gaan. 

De hoplieten hadden veel discipline en werden getraind om loyaal en betrouwbaar te zijn. Ze moesten hun buren vertrouwen voor wederzijdse bescherming: een falanx was dus slechts zo sterk als zijn zwakste schakel. De effectiviteit van de schildmuur hing af van hoe goed de hoplieten in deze formatie gevechten konden handhaven en de mate waarin ze hun positie konden behouden. Volgens Plutarchus' Gezegden van Spartanen "droeg een man een schild ter wille van de hele linie". Hoe gedisciplineerder en moediger het leger, hoe groter de kans dat het zou winnen. 

Hoe belangrijk eenheid onder de gelederen ook was in de falanx-oorlog, speelde individuele vechtkunst een rol in de strijd. De schilden van de hoplieten waren niet altijd tegen elkaar gesloten. Tijdens veel punten van de strijd waren er periodes waarin de hoplieten wel twee tot drie stappen uit elkaar stonden om ruimte te hebben om hun zwaarden tegen de vijand te gebruiken. Een bewijs hiervan is het kiezen van individuele kampioenen na elke strijd. Dit is het meest duidelijk in Herodotus' verslag van de Slag bij Thermopylae. "Hoewel grote dapperheid werd getoond door het hele korps Spartanen en Thespiërs, was de man die zichzelf het beste bewees een Spartaanse officier genaamd Dienekes ". De broers Alpheos en Maron werden ook door Herodotus geëerd voor hun bekwaamheid op het slagveld. Dit is slechts één voorbeeld van een oude geschiedschrijver die de waarde toekent aan een paar individuele soldaten en aan de individualiteit van falanx-oorlogsvoering. Vaak werd juist de heldhaftigheid en het prestige van de stadstaat erkend, mogelijk een reden voor de Spartanen en Thespiërs om achter te blijven bij Thermopylae.

Hoplieten tegen niet-Grieken

De falanx was succesvol in het verslaan van de Perzen, toen deze door de Atheners werd ingezet in de Slag bij Marathon in 490 v.Chr. tijdens de Eerste Grieks-Perzische Oorlog. De Perzische boogschutters en lichte troepen die vochten in de Slag bij Marathon faalden de dichte formatie van zwaarbewapende hoplieten te doorbreken. De falanx werd ook door de Grieken ingezet in de Slag bij Thermopylae in 480 v.Chr. en in de Slag bij Plataea in 479 v.Chr. tijdens de Tweede Grieks-Perzische Oorlog.

Spartaanse hoplieten

De Spartanen staan bekend om hun extreme oorlogscultuur. Ze ontwikkelde een rechthoekige falanx-formatie die wel 500 meter lang kon zijn om zodoende de flanken zo ver mogelijk op te stellen. Bij voorkeur waren deze formaties acht tot tien man diep. Vanuit de achterhoede wierpen de psiloi projectielen op de vijand, terwijl de voorste linies de vijand met hun speren staken. De hoplieten achter de eerste rij duwden hun kameraden voorzichtig met hun schilden om hen zodoende in de juiste positie te houden.

Hoplieten als huurlegers

De politiek van de Griekse stadstaten en die van Perzië waren nauw met elkaar verweven. Vanaf de 5e eeuw v.Chr. werden Griekse hoplieten in vrijwel alle Perzische conflicten als huursoldaten ingezet. Deze traditie bleef voortduren tot Alexander de Grote in 330 v.Chr. de volledige heerschappij over Perzië veroverde. Voor de Perzen vormden de Griekse hoplieten een huurleger met een militaire specialisatie die de Perzen zelf niet bezaten.

De legers van het Perzische Rijk bestonden voornamelijk uit formidabele cavalerie, infanterie die in losse formaties vocht, boogschutters en speerwerpers. Zowel de Grieken, Perzen als Indiërs deelden een Proto-Indo-Europese afkomst. Hierdoor vertoonden hun culturen zowel tijdens de Perzische oorlogen als tijdens Alexander de Grote gelijkenissen. Deze overeenkomsten maakten het voor deze volkeren makkelijker om elkaars cultuur te begrijpen. Ze waren geen vreemden voor elkaar. Beide handelden al duizenden jaren met elkaar. Hun culturen deelden ze verschillende varianten van dezelfde dharmatische religie en kenden ze samenlevingen gebaseerd op eedgebonden wederkerigheid. Tegelijkertijd waren andere verschillen tussen beide culturen groot.

Hoplietenuitrusting

Elke hopliet voorzag in zijn eigen uitrusting. Alleen degenen die zich zulke wapens konden veroorloven, vochten als hoplieten. Net als bij het Romeinse leger van de vroege republiek, vormden de middenklassen het grootste deel van de infanterie. De uitrusting was niet gestandaardiseerd, hoewel er trends waren in stijlen. Het schild was in de archaïsche periode versierd met familie- of clan-emblemen, hoewel deze in latere eeuwen werden vervangen door symbolen of monogrammen van de stadstaten. De uitrusting kon binnen families worden doorgegeven, omdat het duur was om te produceren. Vaak werden ze versierd met het hoofd van een Gorgoon, een verwijzing naar het mythische schild van de oppergod Zeus. 

Zware bepantsering

Een hoplietenleger bestond uit zware infanteristen. Hun pantser, ook wel panoply genoemd , was soms van volledig brons gemaakt voor degenen die het zich konden veroorloven, en woog bijna 32 kilogram. Linnen pantser, de linothorax, was gebruikelijker omdat het kosteneffectief was en behoorlijke bescherming bood tegen het lichaam dat werd bedekt door een schuld. De gemiddelde hopliet kon zich geen pantser veroorloven en droeg doorgaans alleen een schild, helm en speer en misschien een secundair wapen. De hogere klasse hoplieten hadden doorgaans een bronzen kuras, een bronzen helm met wangplaten, evenals scheenplaten en andere harnassen . Vaak was de helm versierd met één, soms meer kammen van paardenhaar en/of bronzen dierenhoorns en oren. Helmen werden vaak ook beschilderd, dit beschermde ze ook tegen verwering in gebieden vlak bij de zee.

Niet-hoplieten: licht gepantserde troepen

In tegenstelling tot hoplieten droegen andere infanteristen relatief lichte bepantsering, rieten schilden en waren ze bewapend met kortere speren, werpsperen en bogen. De bekendste zijn de peltasten, licht bewapende troepen die geen bepantsering droegen en waren bewapend met een licht schild, werpsperen en een kort zwaard. 

Als uitzondering hierop ontwikkelde de Atheense generaal Iphicrates een nieuw type bepantsering en wapens voor zijn huurlingenleger, dat lichte linnen bepantsering, kleinere schilden en langere speren omvatte. Zijn Peltasten bewapende hij met grotere schilden, helmen en een langere speer, waardoor ze zichzelf gemakkelijker konden verdedigen tegen hoplieten. Met dit nieuwe type indeling versloeg hij in 392 v.Chr. een Spartaans leger

De doru; hoplieten speren

Het belangrijkste aanvalswapen dat werd gebruikt was een speer van 2,5–4,5 meter lang en 2,5 centimeter in diameter, een doru of dory genaamd . Deze werd met de rechterhand vastgehouden, terwijl de linkerhand het schild van de hopliet vasthield. Soldaten hielden hun speren meestal onderhands vast bij het naderen, maar zodra ze in nauw contact kwamen met hun tegenstanders, werden ze bovenhands vastgehouden, klaar om toe te slaan. 

Speerpunten waren meestal bladvormig. De achterkant van de speer een punt had die een sauroter ("hagedismoordenaar") werd genoemd. Deze werd gebruikt om de speer in de grond te zetten (vandaar de naam), maar ook als secundair wapen als de schacht brak, of voor de achterste gelederen om gevallen tegenstanders af te maken terwijl de falanx over hen heen oprukte. Naast het gebruik als secundair wapen, werd de sauroter ook gebruikt om de speer in evenwicht te houden, maar niet om te werpen. 

Het is een kwestie van twist onder historici of de hopliet de speer bovenhands of onderhands gebruikte. Onderhands gehouden, zouden de stoten minder krachtig zijn geweest, maar meer gecontroleerd, en vice versa. De opwaartse stoot wordt gemakkelijker door pantser afgeweerd vanwege de geringere hefboomwerking. Een bovenhandse beweging zou een effectievere combinatie van de aspis en doru mogelijk maken als de schildmuur was gebroken, terwijl de onderhandse beweging effectiever zou zijn wanneer het schild in elkaar moest worden gehaakt met die van iemands buren in de slaglinie. Hoplieten in de rijen achter de leider zouden vrijwel zeker bovenhandse stoten hebben gemaakt. De achterste rijen hielden hun speren onderhands vast en hieven hun schilden omhoog in toenemende hoeken. Dit was een effectieve verdediging tegen projectielen, waardoor hun kracht werd afgebogen.

Hoplieten zwaarden

Hoplieten droegen ook een zwaard, meestal een kort zwaard dat de xiphos werd genoemd, maar later ook langere en zwaardere types. Het korte zwaard was een secundair wapen, dat werd gebruikt als hun speren gebroken of verloren waren, of als de formatie brak. De xiphos had meestal een lemmet van ongeveer 60 centimeter  lang; echter, die gebruikt door de Spartanen waren vaak slechts 30-45 centimeter lang. Deze zeer korte xiphos zou zeer voordelig zijn in de pers die optrad wanneer twee rijen hoplieten elkaar ontmoetten, in staat om door gaten in de schildmuur in de onbeschermde lies of keel van een vijand te worden gestoken, terwijl er geen ruimte was om een ​​langer zwaard te steken. Zo'n klein wapen zou vooral nuttig zijn nadat veel hoplieten tijdens de Peloponnesische Oorlog waren begonnen met het afschaffen van zware bepantsering. Hoplieten konden ook als alternatief de kopis dragen , een zwaar ‘kapmes’ met een naar voren gebogen lemmet. 

Late hoplieten oorlogen

De opkomst en neergang van de Griekse hoplieten loopt grotendeels gelijk met die van de Griekse stadstaten. Hoplieten bereikte hun hoogtepunt tijdens de klassieke periode, in de 5e en 4e eeuw v.Chr.

De Peloponnesische Oorlog ( 431–404 v.Chr.) was van een omvang die onbekend was in Griekenland. Stadstaten onder Sparta en Athene vormden bondgenootschappen waar veel vermogen in omging. Er werden huursoldaten gebruikt en het leger werd diverser. 

Hoplietenoorlogen veranderde.  Er waren drie grote veldslagen in de Peloponnesische Oorlog, en geen daarvan bleek beslissend. In plaats daarvan werd de rol van de marine, belegeringswerktuigen en uitputtingstactieken belangrijker. 

In de Perzische Oorlog stonden hoplieten tegenover grote aantallen boogschutters en speerwerpers die aanzienlijke schade aan formaties aanrichtte. Hierdoor werden andere troepen zoals peltasts en cavaleristen belangrijker. Linieformaties als de falanx werden meer manoeuvreerbaar.  Als gevolg hiervan begonnen hoplieten minder pantser te dragen, kortere zwaarden te dragen en zich over het algemeen aan te passen voor een grotere mobiliteit. Dit leidde tot de ontwikkeling van de ekdromos, delichte hopliet.

Verschillende soorten hoplieten

Door de eeuwen heen ontwikkelden verschillende stadstaten en culturen verschillende varianten . In sommige legers, waaronder die van de Romeinse republiek, bleven hoplieten tot na de 2e eeuw v.Chr. in gebruik. 

De ekdromos, de mobiele hopliet

De term ekdromos kan in feite voor elke hopliet worden gebruikt die getraind was om naast de vaste falanx formatie ook in losse formaties te vechten. Binnen de schildmuur functioneerden ze als gewone hoplieten, maar wanneer ze daartoe werden bevolen, verlieten ze deze formatie en vielen ze de vijand in losse slagorde aan. Rond de 4e eeuw v.Chr. werden deze lichte hoplieten steeds meer ingezet tegen boogschutters en speerwerpers die amper bewapend waren voor handgemenen. Ze konden ook worden ingezet om snel strategisch belangrijke posities in te nemen of terugtrekkende  vijanden te achtervolgen.

De phalangis, Macedonische hopliet

De Macedonische falanx was een uniek type falanx dat werd ontwikkeld door Philippus de tweede. Elke hopliet (phalangis) droeg in deze formatie een sarissa, een 4-6 meter lange piek.  Aan de voorkant was dit type falanx een ondoordringbaar bos speren. De mannen in de achterliggende rijen hielden hun speren in een hoek van 45 graden. Dit diende als een tactiek om pijlen en andere projectielen af te weren. Deze hoplieten droegen kleinere, plattere schilden dan de traditionele Griekse aspis. Deze schilden, die ongeveer 60 cm in diameter waren en een gewicht hadden van ongeveer 5,4 kg, werden ook wel telamon genoemd. De telamon was gemaakt van hout dat met brons was bedekt. Het werd om de nek gedragen, zodat de soldaten beide handen vrij hadden om de lange speer, de sarissa, te hanteren.

Het werd beroemd gecommandeerd door Philippus' zoon Alexander de Grote tijdens zijn verovering van het Achaemenidische Rijk tussen 334 en 323 v.Chr. Het Macedonische falanx model verspreidde zich vervolgens door de Hellenistische wereld , waar het de standaard gevechtsformatie werd voor veldslagen. Tijdens de Macedonische oorlogen tegen de Romeinse Republiek (214-148 v.Chr.) leek de falanx achterhaald tegenover de wendbaardere Romeinse legioenen, al leden deze aanzienlijke verliezen.

Een intacte falanx was uiterst effectief in het op afstand houden van vijanden, hoewel grote wapens op korte afstand weinig nut hadden. Bij een goed functionerende falanx staken de wapens van de eerste vijf rijen voorbij de voorkant van de formatie.

De Hypaspisten

Tijdens de tijd van Herodotus (ca. 426 v.Chr.) had het woord hypaspist de betekenis van een soldaat met hoge status. De geschiedschrijver gaf aan dat het woord mogelijk Homerische en heroïsche connotaties had. Philippus II van Macedonië gebruikte het waarschijnlijk daarom voor een elite-eenheid binnen zijn leger die ook functioneerde als zijn lijfwacht, bekend als de Hypaspistai.

De vroege hypaspisten waren vermoedelijk uitgerust in de stijl van hoplieten, met het schild (aspis), een speer (dory), een linothorax als pantser, een hoplietenhelm, scheenplaten, en een zwaard zoals een xiphos of kopis. Hun uitrusting was waarschijnlijk rijkelijker versierd dan die van de reguliere soldaten in de hoofdlinie. 

Strategische Positionering

In de strijd stonden de hypaspisten vaak opgesteld aan de flanken van de macedonische falanx. Hun eigen flanken werden beschermd door lichte infanterie en cavalerie. De belangrijkste taak van deze elitetroepen was het beschermen van de kwetsbare flanken van de grote, minder wendbare pieken falanx. De phalanges, bewapend met hun lange sarissa's, waren bijzonder effectief bij frontale aanvallen, maar hun beperkte mobiliteit maakte hen kwetsbaar voor aanvallen op de zijkanten. De hypaspisten speelden daarom een cruciale rol in de tactieken van Philippus II, aangezien zij de onkwetsbaarheid van de Macedonische falanx vanaf de voorkant aanvulden door de flanken te beveiligen.

De Hypaspisten in de Hellenistische Periode

In de Hellenistische periode bleven hypaspisten bestaan, zij het in andere rollen en met andere namen. In de koninkrijken van de Seleuciden, Ptolemaeërs en Antigoniden werden ze vooral ingezet als koninklijke lijfwachten en militaire bestuurders. De historicus Polybius vermeldt bijvoorbeeld een hypaspist die door Philippus V van Macedonië in 197 v.Chr., na zijn nederlaag bij de Slag bij Cynoscephalae, naar Larissa werd gestuurd om staatsdocumenten te vernietigen.

Evolutie naar Peltasten

De oorspronkelijke gevechtseenheid van de hypaspisten lijkt in Macedonië te zijn voortgezet als een korps van peltasten. Deze eenheid had vrijwel dezelfde status, uitrusting en rol als de hypaspisten onder Philippus II. Oorspronkelijk bestond dit korps uit 3.000 man, maar tijdens de Derde Macedonische Oorlog groeide dit aantal tot 5.000. Binnen deze formatie bevond zich ook een elite-eenheid, de Agema.

Invloed van hoplieten-oorlogvoering in de Oude Wereld

Hoplietenoorlogvoering, een vechtstijl ontwikkeld door de Griekse stadstaten, had een grote invloed op verschillende naties in het Middellandse Zeegebied. Het Italiaanse schiereiland, dat in contact kwam met Griekse koloniën, nam deze militaire tactieken over en paste ze toe tot het begin van de 3e eeuw v.Chr.. zowel de Etrusken als het vroege Romeinse leger gebruikten deze methode en tactieken. Hoewel de scutum-infanterie al eeuwenlang bestond, combineerden sommige groepen hoplietenoorlogvoering met eigen tradities op het slagveld.

Overgang in Romeinse Tactieken

De Romeinen pasten hun militaire organisatie uiteindelijk aan en ontwikkelden een meer flexibele en manoeuvreerbare formatie, beter geschikt voor het gevarieerde terrein van de Apennijnen. In plaats van de lange doru gebruikten Romeinse soldaten nu zware werpsperen (pilae), terwijl alleen de triarii – de zwaar bewapende veteranen – een lange speer (hasta) als hoofdwapen bleven hanteren. De triarii vochten nog steeds in een traditionele falanx-formatie.

Hoewel de manoeuvreerbare opstelling dominant werd, bleef hoplietenoorlogvoering bestaan in bepaalde delen van Italië. Zo bleven huurlingen die dienden onder Pyrrhus van Epirus of Hannibal (zoals de Lucaniërs) optreden als hoplieten.

Hoplieten in Carthaagse en Buitenlandse Legers

In zijn geschiedenis bewapende het oude Carthago zijn troepen in de stijl van Griekse hoplieten, met elite-eenheden zoals de Heilige Band van Carthago. Griekse hoplietenhuurlingen werden ook veel ingezet in buitenlandse legers, waaronder die van Carthago en het Achaemenidische Rijk. Er wordt aangenomen dat hun stijl en tactieken mogelijk de vorming van de cardaces in het Perzische leger hebben geïnspireerd.

Invloed Elders in de Mediterrane wereld

In de 4e eeuw v.Chr. dienden sommige hoplieten onder de Illyrische koning Bardylis. De Illyriërs adopteerden veel wapens en tactieken van de Grieken. Evenzo introduceerden de Diadochi, de opvolgers van Alexander de Grote, de Griekse falanx in hun rijken. Hoewel hun legers voornamelijk uit Griekse burgers of huurlingen bestonden, bewapenden en trainden ze ook lokale inheemse troepen volgens de Griekse of Macedonische militaire standaarden.

Een goed voorbeeld hiervan is het Ptolemaeïsche leger, dat lokale Egyptische soldaten, bekend als de machimoi, bewapende en trainde als hoplieten of in de stijl van de Macedonische falanx. Hoplietenoorlogvoering bleef op deze manier voortleven en diende als een fundamentele inspiratiebron voor de militaire tradities van verschillende beschavingen in de antieke wereld.

De Romeinse triarii

De triarii vormden een van de belangrijkste elementen van de vroege Romeinse manoeuvreerbare legioenen tijdens de vroege Romeinse Republiek (509 v.Chr. - 107 v.Chr.). Ze stonden bekend als de oudste en rijkste mannen binnen het leger, wat hen in staat stelde hoogwaardige uitrusting aan te schaffen.

Uitrusting en Formatie

De Triarii droegen zware metalen pantsers en gebruikten grote schilden voor bescherming. Ze waren uitgerust met lange speren (hasta) en stonden bekend als elitesoldaten binnen het legioen. Hun positie op het slagveld was in de derde en laatste slaglinie, waar ze een beslissende rol speelden in gevechten.

Tijdens het Camillan-tijdperk vochten de Triarii in ondiepe falanx-formatie, ondersteund door lichte infanteristen. Hun zware bepantsering en formatie gaven hen een grote vechtkracht, maar ze werden meestal pas ingezet als andere delen van het leger faalden.

Strategisch Gebruik

In de meeste gevechten werden de Triarii nauwelijks gebruikt, omdat de lichtere troepen vaak al in staat waren de vijand te verslaan voordat hun hulp nodig was. Ze werden echter beschouwd als een beslissende kracht, speciaal ingezet wanneer de slag een kritisch kantelpunt bereikte. Dit strategische gebruik gaf aanleiding tot het Romeinse gezegde: ‘res ad triarios venit’ (het komt neer op de triarii). Dit impliceerde dat de situatie ernstig was en tot het bittere einde moest worden doorgezet. De Triarii symboliseerden daarmee niet alleen de kracht van de Romeinse militaire tradities, maar ook de cruciale rol van goed getrainde, ervaren soldaten in het succes van de Romeinse Republiek op het slagveld.

Hellenistische Ontwikkelingen in de Legerstructuur

In de Hellenistische periode bleven de Griekse legers voornamelijk de Macedonische falanx gebruiken voor hun opstellingen. Deze formatie werd echter niet overal in Griekenland toegepast; sommige legers op het vasteland behielden de traditionele hoplietenoorlogvoering. Naast de klassieke hoplieten ontwikkelden Hellenistische naties twee nieuwe typen hoplieten: de thureophoroi en de thorakitai.

Thureophoroi

De thureophoroi ontstonden toen de Grieken het Galatische thureos overnamen. Dit was een schild met een ovale vorm en had een plat profiel, dat zowel de Romeinen als de Grieken beïnvloedde. De thureophoroi waren bewapend met een lange stootspeer, een kort zwaard, en indien nodig werpspiesen. Deze troepen vormden een lichte infanterie die sneller en flexibeler was dan de traditionele hoplieten, maar nog steeds een aanzienlijke slagkracht had.

Thorakitai

De thorakitai waren een zwaardere variant van de thureophoroi. Ze waren zwaar gepantserd, zoals de naam aangeeft, en droegen meestal maliënkolder. Dit maakte ze robuuster dan de lichtere thureophoroi, waardoor ze effectiever waren in gevechten waar meer bescherming nodig was.

Beide eenheden, Thureophoroi en Thorakitai, werden vaak gebruikt als verbinding tussen de lichte infanterie en de zware falanx. Ze fungeerden als een soort middelzware infanterie, die het mogelijk maakte om de gaten in de formatie van de falanx op te vullen of om de flanken te beschermen, afhankelijk van de situatie. Deze aanpassingen in de legerstructuur weerspiegelen de evolutie van de militaire strategieën tijdens de Hellenistische periode, waarbij flexibiliteit en aanpassingsvermogen steeds belangrijker werden.

 

Thyreophoroi

De Thyreophoroi waren een type infanterie die vooral gebruikelijk was van de 3e tot de 1e eeuw v.Chr. Ze werden gekarakteriseerd door het gebruik van een groot ovaal schild, de thureos, dat een belangrijke rol speelde in hun gevechtsstijl. Dit schild had een metalen stripknop in het midden en een centrale ruggengraat, wat het zowel robuust als functioneel maakte in gevechten.

Bewapening en Uitrusting

De thyreophoroi waren bewapend met een lange stootspeer, werpsperen en een kort zwaard, wat hen in staat stelde om zowel op afstand als van dichtbij te vechten. Ze droegen meestal een ijzeren of bronzen Macedonische helm, die hen extra bescherming bood in het veld.

Oorsprong van de thureos

Het thureos-schild was waarschijnlijk een aangepaste versie van een Keltisch schild. Het wordt verondersteld dat de Thracische en Illyrische infanterie dit schild waarschijnlijk overnamen voordat het door de Grieken werd gebruikt. Er wordt echter gesuggereerd dat de thureos naar Griekenland werd gebracht na de campagnes van Pyrrhus van Epirus in Italië, vooral omdat zijn bondgenoten, die Oskisch sprekende volkeren waren, evenals zijn Romeinse vijanden, het gebruik van het scutum schild hanteerden. Het thureos-schild was daarmee een voorbeeld van culturele uitwisseling en aanpassing tussen de Grieken, de Kelten, de Illyriërs en de Thraciërs.

Militaire Functie

De Thyreophoroi fungeerden als middelzware infanterie, die hun rol vervulden tussen de lichte infanterie en de zware hoplieten of phalanges. Door hun veelzijdige uitrusting waren ze in staat om zowel de flanken van de falanx te beschermen als in meer flexibele formatie te vechten wanneer dat nodig was. Hun aanwezigheid bracht een balans tussen snelheid en kracht in de Hellenistische legers.

Bronstijd sieraden

https://www.celticwebmerchant.com/nl/amulet-zonnewiel.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-ring-met-spiralen-brons.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-amulet-manu-en-yemu.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-ring-met-spiralen-verzilverd.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-speerpunt-sieraad-verzilverd.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/laat-klassieke-germaanse-armband.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-bovenarmband-met-spiralen.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/spiraalvormige-brilfibula.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-kam-met-zonnewiel.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltisch-zonneamulet-brons.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-haarnaald-met-spiralen-verzilverd.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-haarnaald-met-spiralen.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/torc-met-keltische-spiralen.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-bovenarmband-met-spiralen-verzilverd.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/merovingische-armband-brons.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/ketting-birka.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-brilfibula.html

Bronstijd wapens

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijdzwaard.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijdzwaard-denemarken.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/hallstatt-antennazwaard.html

Bronstijd voorwerpen

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-scheermes.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijd-vrouwenmes.html

Griekse helmen & zwaarden

https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-helm-elite.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-italische-helm-gebronsd.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-italische-helm.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-corinthische-helm-met-helmkam.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-boeotische-helm-messing.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-thracische-hoplietenhelm.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-hoplietenhelm.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/ulfberth-corinthische-helm-type-a.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/republikeinse-parazonium.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/vroege-corinthische-helm.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-xiphos-campovolano.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-xiphos-sparta.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/grieks-hoplietenzwaard.html

Griekse sieraden

https://www.celticwebmerchant.com/nl/glaskralen-voor-viking-ketting-set-van-35-stuks.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/glaskralen-voor-viking-ketting-pastelkleuren.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/glaskralen-voor-viking-ketting.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/glaskralen-voor-viking-ketting-27-stuks.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/glaskralen-voor-viking-ketting-25-stuks.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/romeinse-bovenarmband-met-slang.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/munthanger-zeus.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-snavelspeld.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bovenarmband-slang.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-munthanger-athena.html

Griekse wapenrusting

https://www.celticwebmerchant.com/nl/zwarte-musculata.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-musculata.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/hellenistische-scheenbeschermers.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/luxe-griekse-scheenbeschermers.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-linothorax.html

Opgeslagen in de blog: Blog & lookbook

  • auteur: Patrick
Wees de eerste om te reageren:

Laat een reactie achter

*Verplichte velden