Hoplieten speren

Hoplieten speren

In deze blog gaan we in op een van de meest fascinerende typen wapens uit de Europese geschiedenis. De speer. We beperken onszelf tot de verschillende typen speren die door hoplieten in de Griekse oudheid werden gebruikt. Voordat we dit doen plaatsen we de speer in een bredere Proto-Indo-Europese context. 

Speren in Indo-Europese mythologie

Speren waren in de oudheid meer prominent een nobel wapen dan het zwaard: in verschillende mythologieën met een Proto-Indo-Europese oorsprong worden helden en zelfs goden hoofdzakelijk geassocieerd met de speer. Zo was de speer het favoriete wapen van (oorlogs)goden zoals Odin, Lugh, Ares, Athene en Mars en speelden speren een belangrijke symbolische rol in deze culturen. 

Deze mythologieën kenden veel legendarische speren die door goden en helden werden gebruikt. In de Keltische mythologie wordt De Ierse god Lugh, een belangrijke figuur in de Tuatha Dé Danann, genoemd als in het bezit een magische speer die bekendstaat als een van de vier schatten van Ierland. Cú Chulainn vocht met de Gáe Bolg, een dodelijke speer die volgens legendes kon uitklappen en altijd dodelijke verwondingen toebracht. In de Noorse mythologie is Gungnir de speer van de god Odin. Deze speer staat bekend om altijd zijn doel te raken, ongeacht de vaardigheid van degene die hem werpt. In de Griekse mythologie wordt Athena bijna altijd afgebeeld met haar speer, heeft  Achilles, de held van de Ilias, draagt een speer gemaakt van essenhout, gesmeed door de god Hephaistos en kunnen de bliksemschichten van Zeus en de drietand van Poseidon worden gezien als vormen van speren. 

Dat speren een brede en belangrijke symbolische betekenis hadden in de culturen waartoe deze mythen behoorden, is het duidelijkst te zien in het oude Rome; hier wierpen de fetiales een met bloed bevlekte hasta in vijandelijk gebied om oorlog te verklaren. Ook werd een speer zonder punt (hasta pura) als militaire onderscheiding uitgereikt aan ervaren centurions (primipilus). Speren hadden niet alleen een betekenis gerelateerd aan oorlogsvoering; zo werd de celibaris-hasta traditioneel gebruikt om het haar van een bruid af te snijden. Bij handel en rechtspraak markeerde een speer ook vaak het begin van transacties (subhastationes) of was aanwezig bij het gerechtshof (hasta centumviralis). 

De speer van de hoplieten, de doru

De doru was de belangrijkste speer van de hoplieten in het oude Griekenland. Het woord doru wordt voor het eerst genoemd in de Ilias en Odyssee van Homerus, waar het de betekenissen "hout" en "speer" heeft. De helden in de Homerische epiek dragen altijd twee dorata (Il. 11,43, Od. 1,256).In de klassieke oudheid was de doru een symbool van militaire macht. Dit kan worden afgeleid uit uitdrukkingen zoals "Troje veroverd door de speer" (Il. 16,708) en woorden als doryktetos ("met de speer gewonnen") en doryalotos ("met de speer genomen").

Afmetingen

De dory was ongeveer 2 tot 3 meter lang en had een houten schacht met een diameter van 5 cm. Het hout was meestal van essenhout, maar ook cornel, olijf en pijnboomhout, en het gewicht van de speer varieerde van 0,91 tot 1,81 kg. De speerpunt was plat en bladvormig, gemaakt van ijzer, en werd in balans gehouden door een ijzeren of bronzen gepunte schachtkap. 

De schachtkap

De gepunte schachtkap, de sauroter, kreeg als bijnaam ‘salamanderdoder' omdat hij kon worden gebruikt om tijdens de falanx formatie de speer in de grond te fixeren. Deze sauroter kon ook worden gebruikt als steekspeer als de speerschacht was gebroken, of wanneer in losse formatie werd gevochten. Daarnaast diende hij als tegengewicht waardoor de speer beter in balans was. In een falanx-formatie konden krijgers in de achterste rijen gevallen vijanden doden door hun speren verticaal te houden en neerwaartse stoten uit te delen terwijl ze over de vijand heen liepen

Tactieken en gebruik

In de 6e eeuw v.Chr. maakten hoplieten vaak gebruik van twee speren: een langere voor stoten en een kortere om te werpen. Dit gaf hen een voordeel in de strijd, omdat een vijand al verzwakt kon worden met werpsperen voordat het gevecht van dichtbij begon. Iconografische bronnen, zoals vazen en schilderingen, tonen hoplieten met speren van verschillende lengtes. De werpsperen waren lichter en hadden meestal geen sauroter, waardoor ze beter geschikt waren als projectiel. De primaire functie van de doru was als steekspeer, maar in geval van nood werd deze mogelijk ook gebruikt om te werpen; experimenten met reconstructies tonen aan dat de doru met relatief goede efficiëntie kan worden gebruikt als werpspeer. Of dit daadwerkelijk werd gedaan is echter onderwerp van wetenschappelijk debat; 

Werplussen (ankyle)

De Grieken ontwikkelden de ankyle, een leren lus die aan de speer werd bevestigd. Deze zorgde voor een betere grip en maakte het mogelijk om de speer tot wel anderhalve keer verder te werpen. Dit systeem was permanent aan de speer bevestigd, in tegenstelling tot lichtere speren zoals de akon, waarbij de lus afneembaar was. Moderne experimenten hebben de effectiviteit van de ankyle bevestigd, wat het gebruik van de doru als werpwapen verder benadrukt.

Archeologische en iconografische bronnen

Hoewel er geen volledige dory's zijn bewaard gebleven, zijn er metalen onderdelen zoals speerpunten en sauroters gevonden. Daarnaast geven oude Griekse vazen, zoals de beroemde Chigi-vaas, inzicht in hoe hoplieten en hun wapens werden afgebeeld. Deze beelden tonen vaak hoplieten met dubbele speren en de nauwkeurige techniek waarmee de speer werd gebruikt.

Opslag en transport

De dory werd vervoerd in een hoes die ‘δορατοθήκη’ (doratotheke) of ‘δουροδοθήκη’ (douradotheke) werd genoemd, wat "speerhoes" betekent. Soms werd het ook aangeduid als σύριγξ (syrinx), wat "pijp" betekent, verwijzend naar de vorm van de hoes.

De sarissa

In de 3e of 4e eeuw v.Chr. ontwikkelde vanuit de dory een nieuw type speer: de sarissa. Deze speren waren ongeveer 5 tot 7 meter lang en werden geïntroduceerd door Philippus II van Macedonië (de vader van Alexander de Grote) ter vervanging van de kortere doru in de Macedonische falanx. Dankzij de grotere lengte van de speer verbeterde het rijkvermogen van de falanx. Meerdere rijen speren staken tegelijk naar de vijand, die op langere afstand werd gehouden. Deze speren vormden een vrijwel ondoordringbare muur aan de voorkant van de falanx. Het nadeel van deze tactiek en het gebruik van de sarissa was echter dat de Macedonische falanx nauwelijks kon manoeuvreren: hierdoor was de falanx kwetsbaar voor flankeeraanvallen. Daarom werden de flanken beschermd door elite-hoplieten, die gewapend waren met de oude dory. Deze elitetroepen werden de hypaspisten genoemd, wiens flanken op hun beurt werden beschermd door de Macedonische cavalerie. Bijzonder is dat de speren van de achterste phalanges (hoplieten in de Macedonische falanx) omhoog werden gehouden om op deze manier pijlen en projectielen tegen te houden. Daarnaast was elke phalangis uitgerust met een klein schild dat rond de schouder en arm werd bevestigd, waardoor beide handen vrij waren om de sarissa te hanteren. 

Onder Alexander bleef de falanx belangrijk, maar tijdens zijn latere veldtochten nam hij steeds meer Aziatische wapens en troepen op, wat de rol van de sarissa verminderde.Na Alexander bleef de sarissa een belangrijk wapen in de Hellenistische legers van de opvolgers (Diadochi), zoals de Antigoniden, Seleuciden en Ptolemaeërs. Het werd gebruikt in beroemde veldslagen zoals Cynoscephalae (197 v.Chr.) en Pydna (168 v.Chr.).

De sarissa bleef een symbool van de Hellenistische oorlogvoering. Tijdens de Byzantijnse periode werd de term soms gebruikt voor lange speren, en in de late middeleeuwen herleefde het concept van lange pieken bij Zwitserse huurlingen en Duitse landsknechten. Middeleeuwse geleerden die de oudheid hadden bestudeerd, zoals de beroemde politicus Niccolò Machiavelli, vergeleken de Zwitserse piekeniers met de Macedonische falanx. De pieken uit deze periode (5,6–6,7 meter) tonen aan dat dergelijke wapens praktisch en effectief waren.

Constructie

De sarissa bestond uit een lange houten schacht en een metalen punt. Soms werd er een metalen achterpunt toegevoegd die vergelijkbaar was met de sauroter, waarmee de speer in de grond kon worden gestoken zonder de schacht te beschadigen. De schacht werd gemaakt van essenhout (licht en flexibel) of cornelhout (korter maar sterker). Er zijn verschillende visies op de grootte van de speerpunt van een sarissa. Sommigen denken dat deze groot en bladvormig was, terwijl anderen geloven dat een kleine, diamantvormige punt beter geschikt was om door schild en pantser te dringen. Schattingen over het gewicht variëren. Sommige reconstructies suggereren dat de speer relatief licht was, rond de 4 kg. 

Hoplieten speren

https://www.celticwebmerchant.com/nl/klassieke-bladvormige-speerpunt-ca-31-cm.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/messingen-speerpunt.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/speerpunt-schachtkap-griekse-dory.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/lange-griekse-speer.html

Opgeslagen in de blog: Blog & lookbook

  • auteur: Patrick
Wees de eerste om te reageren:

Laat een reactie achter

*Verplichte velden