We weten allemaal dat modern Halloween is overgewaaid vanuit Amerika en dat dit feest zijn oorsprong heeft in het Ierse samhain. Maar wat betekent dit in een bredere Indo-Europese context? Wat vertellen deze feesten over onze vorm van voorouderverering? In deze blog proberen we samhain, de voorloper van Halloween, laagdrempelig in een bredere context te plaatsen.
Indo-Europese voorouderverering
Indo-Europees paganisme is een dharmatische natuurreligie; we spreken van dharmatisch omdat er voorschriften en regels waren die de kosmische orde handhaafden en ondersteunden.
Hierin spelen de voorouders een belangrijke rol. Duizenden jaren lang begroeven de Proto-Indo-Europese volkeren hooggeplaatste overledenen in grafheuvels. Op de steppen waren deze heuvels al van verre zichtbaar. Het waren heilige plekken die de status van de voorouder benadrukten. Stammen, die overwegend nomadisch waren, gingen regelmatig terug naar deze plekken om te offeren ter ere van de voorouders. De mensen die in deze grafheuvels lagen waren ook een personificatie van de semi-mythologische voorouders van de stam. Hun heldendaden en prestaties werden generaties lang doorverteld en vereerd. Hun daden werden in de bardische orale tradities van het volk vereeuwigd. Volkeren van Indo-Europese afkomst, zoals de Grieken, Romeinen, Germanen, Kelten, Balto Slaven, Indo-Iraniërs, Indo-Ariërs hielden deze traditie in stand. In deze context moeten we het Keltische Samhain, het Slavische Dziady en ook de Germaanse Álfablót zien.
Al deze feesten hebben één ding gemeen: het herdenken van de overleden voorouders. Dit kunnen zowel de eigen voorouders zijn als de mythologische voorouders van de stam of clan. Voorouderverering is een zeer belangrijk gebruik in de Indo-Europese culturen. Het verbindt het volk en creëert een band van eer en trots.
Wat is samhain
Samhain is een Keltische feestdag, die op de avond van 31 oktober begint. De Keltische dag begon op zonsondergang, niet zonsopgang zoals tegenwoordig. Het feest markeerde het einde van het oogstseizoen en het begin van de winter.
Sommige neolithische ganggraven in Groot-Brittannië en Ierland zijn uitgelijnd met de zonsopgang ten tijde van samhain, wat kan wijzen op een veel oudere oorsprong van dit feest.
31 oktober valt ongeveer halverwege de herfst-equinox en de winterzonnewende. Het lichte seizoen gaat over in het donkere seizoen, waarbij de winter het symbool is voor de dood. Na samhain begint de wilde jacht richting yule (midwinter) en daarna komt het licht (leven) weer terug op aarde.
Op samhain eerde men de voorouders en bracht men offers bij hun graven. Dit kon zowel iemand zijn eigen voorouders zijn als de semi-mythologische voorouders van de stam. De periode werd beschouwd als een tijd waarin de sluier tussen de wereld van de levenden en de doden (de Andere Wereld) dun is, waardoor zielen van overledenen dichterbij konden komen.
De nacht van samhain was niet zonder gevaar. Doordat de wereld van de doden vlak naast de wereld van de levenden lag, was reizen tussen beide werelden makkelijker. In de Oud-Ierse mythologie wordt duidelijk dat er monsters en kwade geesten in de onderwereld leefden , die tijdens deze nacht konden oversteken naar de wereld van de levenden.
Samhain in Oud-Ierse mythologie
Samhain wordt veelvuldig in Ierse manuscripten genoemd en is verbonden met belangrijke gebeurtenissen in de Ierse mythologie. Deze verhalen zijn tussen de 9de en 13de eeuw opgeschreven door christelijke monniken. Waarschijnlijk waren ze daarvoor al honderden jaren lang mondeling overgeleverd. Vaak zijn de teksten die vandaag de dag bekend zijn, kopieën van vroegere teksten.
Uit deze literatuur kunnen we opmaken dat er feesten en grote bijeenkomsten plaatsvonden. Tochmarc Emire (10de eeuw) noemt samhain als het eerste van de vier seizoensfeesten. Volgens Echtra Cormaic (12de eeuw) organiseerde de Hoge Koning van Ierland (ard rí na hÉrenn) elk zevende samhain het feest van Tara, waarbij hij nieuwe regels, wetten en plichten instelde. Het feest was ook een moment waarop men een deel van de opbrengst aan hun heer af moest staan, zoals in Lebor Gabála Érenn (12de eeuw) in een extreme versie wordt beschreven.
Dergelijke bijeenkomsten, waarbij de helden van Ierland waren verzameld en men feestte, dronk en wedstrijden organiseerde, waren een populaire setting in de verhalen, omdat er gemakkelijk twisten ontstonden, of liefde werd bezegeld, en alle helden in volle glorie bij elkaar waren.
Het was een tijd van vrede. In Táin Bó Cúailnge (12de eeuw) start de veeroof op Ulster op samhain, een dag waarop niemand oorlog verwacht.
Tijdens samhain kwamen wezens uit de Andere Wereld in de mensenwereld, zoals verhaald in Macgnímartha Finn (12de eeuw) en Acallam na Senórach (vroeg 13de eeuw). Grafheuvels werden gezien als toegangspoorten tot de Andere Wereld. In de Dinnshenchas van Móin Gai Glais doodt Cúldub iemand op samhain en wordt als wraak gedood door ene Gae Glas. In Dunaire Finn wordt samhain niet genoemd, maar komt Cúldub uit een grafheuvel om vee te stelen, en achtervolgt de held Fionn hem. Hij werpt een speer naar Cúldub, die de grafheuvel binnenstruikelt. Een vrouw slaat de deur naar de grafheuvel dicht, en Finns duim raakt bekneld. Hij steekt deze in zijn mond om de pijn te verlichten. Omdat zijn duim in de Andere Wereld was, krijgt Fionn grote wijsheid, wat mogelijk verwijst naar kennis van de voorouders.
Uit Echtra Neraí (10de eeuw) en Togail Bruidne Dá Derga (11de eeuw), blijkt duidelijk dat samhain geassocieerd werd met de dood, niet alleen van individuen, maar van hele bevolkingsgroepen. In sommige versies van het eerstgenoemde verhaal blijft Nera lange tijd in de Andere Wereld, en overtuigt zijn heersers hiervan door zomerbloemen mee te nemen als bewijs.
Hoe werd een samhainviering gehouden?
Hoe de voorouders samhain precies vierden, blijft onduidelijk. Maar door de Oud-Ierse teksten, Indo-Europese morele uitingen, het Oud-Iers recht en vroegmoderne vieringen te bestuderen kunnen we een reconstructie maken.
In tegenstelling tot de Germaanse en Scandinavische álfablót nam waarschijnlijk de gehele gemeenschap deel aan één grote, centrale viering van samhain en beperkte het feest zich dus niet tot de huiselijke kring. Het zou kunnen dat eens in de zoveel jaar er een groter samhainfeest werd gegeven dan normaal.
Mannen en vrouwen wasten zich en trokken hun mooiste kleding aan, om zich goed te presenteren. Ze gingen naar een centrale plek, waar ze werden ontvangen door de koning (rí) of zijn adel (de flaith). Gastvrijheid en vrijgevigheid waren erg belangrijk om de status van de koning te waarborgen. Als hij zijn gasten niet ontving naar de status die zij hadden, kon er een conflict uitbreken en werd zijn goede naam bezoedeld. De gasten kregen te eten. Mogelijk werden er ook cadeaus uitgewisseld, of was dit het moment waarbij cliënten giften aan hun heer gaven.
Er werden offers gebracht aan de doden, zowel de eigen overleden familieleden als de mythologische voorouders. Het offer werd waarschijnlijk uitgevoerd door de druïde en door de koning, die ook een spirituele rol vervulde. Hiermee werd de band tussen voorouders, wet, schoonheid en stam (túath) benadrukt en bevestigd.
Bij het vallen van de avond werden er twee grote vuren aangestoken. Stamleden en vee (runderen) werden mogelijk tussen de vuren door begeleid als een rituele reiniging. In de vroegmoderne tijd werden eerst alle vuren gedoofd, voordat ze weer werden aangestoken aan het centrale vreugdevuur.
De barden vertelden verhalen en zongen liederen over de heldendaden van de voorouders. Dit was de grootste gift die men aan de doden kon geven: de eeuwige roem door het vertellen van hun verhaal. Er waren wedstrijden, zoals speerwerpen en paardrijden.
Feesten waren ook een mogelijkheid om zakelijke afspraken te maken, om bijvoorbeeld graasland voor volgend jaar onder elkaar te verdelen. Het kan zijn dat de koning, ofwel de rí túaithe (koning van de stam), ofwel de hoge koning (ard rí) nieuwe wetten voorlas aan de bijeengekomen feestgangers. Waarschijnlijk werd hij daarin ondersteund door zijn rechters (brithemna), want ook de koning stond niet boven de wet.
Dergelijke bijeenkomsten van de stam waren ook waar jeugd elkaar kon ontmoeten en contacten werden gelegd waaruit uiteindelijk huwelijken werden gesloten. Zo had het feest van de doden ook invloed op nieuw leven. De rituele offers moeten indruk hebben gemaakt op de kinderen van de clan.
Waarschijnlijk werden ze op de avond van samhain vermaakt met verhalen over gruwelijke monsters die vanuit de andere wereld overkwamen naar de wereld van de levenden en over de magie die in de grafheuvels aanwezig was. Binnenkort, ergens tussen samhain en yule, zouden zij zelf op avontuur moeten gaan, om de doden in hun grafheuvels op te zoeken en offergaven mee terug te nemen als bewijs.
Reconstructie
We hebben de outfits van een Oud-Ierse man en vrouw uit begin 5de eeuw n.Chr. samengesteld. De personages in deze blog, die we Conchobar en Gráinne hebben genoemd, hebben de status bóaire, dus vrije boer. Conchobar heeft een eigen stuk land en bezit samen met zijn buurman een span ossen, waarmee ze samen hun land beploegen. Daarnaast heeft Conchobar vee, 6 koeien, 15 schapen en een bijenkas.
Ze leefden net voor de introductie van het christendom. Er zijn geen geschreven bronnen uit deze periode, maar op basis van latere teksten kunnen we hier veel over reconstrueren.
Het echtpaar gaat deelnemen aan het samhain ritueel dat binnen de túath (clan/stam) gemeenschappelijk wordt gehouden en wordt voorgegaan door de koning van de túath (rí túaithe).
Net als andere clanleden hebben zij hier heel de maand op verheugd. Ze hebben hun offergaven verzameld, bijvoorbeeld een deel van de graanoogst, honing uit hun honingraten, boter of een stuk varkensvlees. Hogere kringen offerden uitgebreider, mogelijk een hele (witte) stier, paard en mede.
Voor de samenstelling van Gráinne (vrouw) klik hier.
Tuniek (léine)
In de 5e eeuw droegen Oud-Ierse mannen waarschijnlijk een lange tuniek, genaamd léine. Deze kledingstukken, in tegenstelling tot latere modellen, hadden geen zakvormige mouwen en waren eenvoudig van ontwerp. Een voorbeeld van een vrij eenvoudige léine is die van Conchobar, een stijl die veelvoorkomend was onder de gewone bevolking. De luxe en verfijning van een léine stonden in direct verband met de sociale status van de drager: hoe luxueuzer de stof en de afwerking, des te rijker de persoon die hem droeg. Het Oud-Ierse woord "léine" leeft nog voort in het moderne Gaelic, waar het woord voor T-shirt T-léine is.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/tuniek-leif-naturel.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/tuniek-met-authentieke-zoom-honingbruin.html
Kaftan (ionar)
Over de léine droegen Oud-Ierse mannen de ionar, een bovenkledingstuk dat vergelijkbaar is met de kaftan die Germaanse en Vikingmannen in dezelfde periode droegen. De ionar had niet alleen een praktische functie, zoals extra warmte bieden, maar net als de léine fungeerde hij ook als een statussymbool. De rijkdom van de drager werd vaak zichtbaar door de materialen en de afwerking van de ionar. In de warmere maanden, zoals in de zomer, kon de léine zonder de ionar worden gedragen.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-kaftan-visgraatmotief-grijs.html
Mantel (brath)
Het belangrijkste kledingstuk binnen de Oud-Ierse Gaelic cultuur was de brat, een grote mantel die over de léine en ionar werd gedragen. Deze ruime mantel was veelzijdig en praktisch, groot genoeg om als deken te dienen voor wie in het open veld moest slapen. De brat kon op verschillende manieren worden gedragen, afhankelijk van de situatie en de behoeften van de drager.
Wanneer Conchobar op het land werkte, stak hij zijn brat onder zijn riem, waardoor hij bij warm weer de mantel eenvoudig van zijn nek kon losmaken en om zijn middel kon dragen. Dit gebruiksgemak zorgde ervoor dat de brat een multifunctioneel kledingstuk was. Uit deze praktijk is later de Schotse belted plaid ontstaan, een voorloper van de bekende Schotse kilt. Hierdoor zien we hoe de kleding van de Oud-Ierse cultuur de basis heeft gevormd voor latere Keltische klederdracht in Schotland.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/mantel-hibernus-bruin.html
Broek, beenwindsels, schoeisel
In het 5e-eeuwse Ierland werden waarschijnlijk weinig broeken gedragen. De Gaelische bevolking van Ierland, en later ook Schotland, gaf de voorkeur aan het dragen van een lange tuniek, de léine, in plaats van broeken of schoeisel. Deze keuze kan deels worden toegeschreven aan de drassige omstandigheden van het landschap, dat rijk is aan turfgrond. Hierdoor waren de velden vaak nat en modderig. Het vermijden van broeken, beenwindsels of schoeisel maakte het gemakkelijker om de benen snel af te drogen, wat een praktische aanpassing was aan de lokale omgeving. Dit gebruik bleef tot in de 17e eeuw bestaan.
In het 9e-eeuwse Book of Kells wordt echter een krijger afgebeeld die een broek draagt. Deze broek vertoont sterke gelijkenissen met het model dat is teruggevonden in Thorsberg, Duitsland. Dit suggereert dat er enige culturele uitwisseling en invloed plaatsvond, zelfs binnen de kledingstijlen van verschillende regio's. Voor de gelegenheid hebben we Conchobar een broek, beenwindsels en schoeisel gegeven, wat zijn karakter een meer veelzijdige uitstraling geeft en aansluit bij de iconografie van die tijd.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/thorsbergbroek-fenris-donkergrijs.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/beenwindsels-asgar-bordeaux-grijs.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-schoenen-alva.html
Kammetje
In de Oud-Ierse samenleving was het, net als bij andere Indo-Europese volkeren, waarschijnlijk gebruikelijk om jezelf voorafgaand aan deelname aan een heilig ritueel te wassen en je beste kleding aan te trekken. De goden overheersen de kosmos en deze staat voor structuur en schoonheid.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/germaanse-baardkam.html
Torque, eed ring
De torque heeft een proto-Indo-Europese oorsprong en fungeerde als een belangrijk symbool binnen verschillende samenlevingen. Torques, samen met eedringen en bovenarmbanden, vertegenwoordigen het afleggen van een eed en het aangaan van verbintenissen. Dit is bijzonder relevant, aangezien de proto-Indo-Europese samenleving een sterk eedgebonden structuur had, waarbij trouw en loyaliteit cruciaal waren.
Keltische krijgers worden vaak afgebeeld met torques, wat hun status en trouw benadrukte. Archeologische ontdekkingen hebben luxe gouden torques aan het licht gebracht, maar de essentie van de torque blijft hetzelfde, ongeacht of deze van hout, staal of edelmetaal is vervaardigd. Dit illustreert de breedte van het gebruik van torques binnen verschillende culturen. Zowel de Kelten, Vikingen, Romeinen als Indo-Iraniërs droegen torques, wat hun gedeelde culturele en morele waarde onderstreept. Deze sieraden dienden niet alleen als ornamenten, maar waren ook geladen met betekenis, verbonden met identiteit, status en sociale verplichtingen. Mogelijk zijn trouwringen hiervan afgeleid. Conchobar is een bóaire (vrije boer) en behoort daardoor automatisch tot de OudIerse krijgsklasse. De torque staat voor zijn loyaliteit aan de túath.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/ijzeren-gallische-torc.html
Riem
n deze samenstelling hebben we Conchobar een 6e-eeuwse Germaanse riem gegeven. Dergelijke riemen werden veelvuldig gedragen in de Germaanse wereld en waren niet alleen functioneel, maar ook esthetisch aantrekkelijk. Bovendien konden ze als exportproduct verhandeld worden, wat hun waarde en populariteit in verschillende culturen benadrukte.
Bij het ontbreken van een replica van een 5e-eeuws Oud-Iers exemplaar, hebben we deze riem als een praktische concessie gebruikt. Hoewel het niet precies overeenkomt met de kledingstijl van de tijd van Conchobar, weerspiegelt het wel de regionale invloeden en handelsrelaties die bestonden tussen de Germaanse en Ierse volkeren. Dit benadrukt de dynamiek van kleding en mode in de Oud-Ierse samenleving en de verbindingen met bredere Indo-Europese tradities.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/6de-eeuwse-germaanse-riem.html
Germaanse sax
We hebben Conchobar een vroege sax gegeven. Dit representeert zijn rol binnen de krijgsklasse van de túath. Het is mogelijk dat Conchobar deze sax via handel heeft verkregen, wat de onderlinge verbindingen en culturele uitwisselingen tussen de Germaanse en Ierse volkeren benadrukt. Deze keuze voor een Germaanse sax in de representatie van Conchobar is een artistieke interpretatie, die niet alleen zijn krijgersrol belicht, maar ook de dynamische handelsrelaties die bestonden in deze periode. Deze elementen samen schetsen een rijker beeld van de sociale en militaire structuren in de Oud-Ierse cultuur.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/scramasax-roermond.html
Speer
Het belangrijkste wapen van Conchobar was ongetwijfeld de speer. Speren speelden een centrale rol in de Oud-Ierse samenleving en waren niet alleen militaire wapens, maar ook symbolen van status en strijdvaardigheid. Het Oud-Iers kent meer dan dertig verschillende woorden voor speer, wat de veelzijdigheid en de belangrijke plaats van dit wapen in de cultuur en oorlogsvoering van de tijd benadrukt.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/zwaard-kopen/speer-hellebaard/