Get the Look: Late bronstijd krijger

Get the Look: Late bronstijd krijger

In deze blog stellen we de uitrusting van een late bronstijd krijger samen. We hebben de gebruikte voorwerpen gebaseerd op de late bronstijd in centraal Europa (regio Oostenrijk en Zwitserland). Maar deze krijger is grotendeels ook representatief voor de late bronstijd uit Noord- en Oost-Europa, en de vroege ijzertijd.

Het reconstrueren van personages uit de bronstijd komt met uitdagingen. Er zijn weinig replica's van voorwerpen uit deze periode die binnen een acceptabel budget toegankelijk zijn. Daardoor is het des te uitdagender om een zo levensecht mogelijk personage uit de bronstijd te reconstrueren. 

Migratiegolven

Europa was altijd al een populaire bestemming voor volkeren die zochten naar nieuw jachtgebied of nieuw land om hun vee op te laten grazen. Globaal kunnen drie grote migratiegolven naar Europa worden onderscheiden. DNA onderzoek wijst uit dat de migratiegolven altijd gepaard gingen met geweld en genocide op de autochtone bevolking. Waarschijnlijk is dat de aard van de mens (homo sapiens).

Uittocht uit Afrika - Archeologische vondsten onthullen dat Homo sapiens, de moderne mens, ongeveer 45.000 jaar geleden de trek van Afrika naar Europa begon, en leefde als jager-verzamelaar. De eerste Europese bewoners volgden migrerende kuddes antilopen, oerossen en ander groot wild en leidden 30.000 jaar een nomadisch bestaan.

Aankomst van Anatolische landbouwers - Tussen 8.000 en 9.000 jaar geleden begonnen volkeren uit Anatolië, regio Turkije, geleidelijk aan de jager-verzamelaars te vervangen. Deze tweede golf van migratie leidde tot de vestiging van boerengemeenschappen die het land bewerkten en vee hielden. Door de mogelijkheid om graan en andere gewassen op te slaan, konden deze agrariërs hun bevolking beter voeden. In tijden van nood werden schapen, geiten of varkens geslacht.

Invasie van de jamnacultuur(kuilgrafcultuur) - Ongeveer 5.000 jaar geleden eindigde de boerensteentijd, toen de nomadische jamnaja-stammen de steppen van Rusland en Oekraïne verlieten en naar het westen trokken. Gewapend met bronzen wapens brachten ze zeer waarschijnlijk een taal met zich mee waarvan bijna alle Europeanen nu een variant spreken, het Proto-Indo-Europees.

 

Culturele overlap in de bronstijd

Tijdens de bronstijd in Europa, van ongeveer 3300 tot 1200 voor Christus, ontstonden er geavanceerde samenlevingen met complexe structuren, metallurgische kennis en uitgebreide handelsnetwerken. Tegelijkertijd werd Europa sterk beïnvloed door de migratiegolven van de jamnacultuur, die vanuit Oost-Oekraïne en de Russische steppen migreerde naar Europa. Zij spraken waarschijnlijk Proto-Indo-Europees, een taal die de basis was voor de meeste talen die tegenwoordig in Europa worden gesproken. Ze bezaten bronzen wapens en hadden het wiel geperfectioneerd, waardoor ze met ossenwagens gemakkelijk lange afstanden konden afleggen.

De steppevolkeren verspreidden zich snel over Europa en schuwden daarbij geweld niet. Uit de culturele identiteit en gewoonten van de oorspronkelijke prehistorische bevolking en de dominante jamna-gerelateerde stammen ontstonden nieuwe culturen, zoals de klokbekercultuur, El Argarcultuur, Wessexcultuur, de Armoricaanse grafheuvelcultuur en wikkeldraadbekercultuur. Deze culturen waren vaak verwant aan elkaar, maar hadden een eigen, uniek kenmerk dat verschilde van naburige culturen, zoals het begraven van doden in grafheuvels of het maken van uniek aardewerk. Ze spraken een vroege voor van Indo-Europees.

De verschillende Europese volkeren hadden onderling contact. Bevolkingsgroepen migreerden en dreven handel met elkaar, zoals aangetoond uit archeologische vondsten. Amber uit de Baltische regio's, en tin uit Groot-Brittannië, een essentieel onderdeel voor bronsproductie, werd verhandeld. Door deze uitwisseling werd kennis over landbouw, architectuur, religie en kunst gedeeld, en werden ideeën, technologieën en goederen wijd verspreid. Ondanks de verschillen tussen bronstijdculturen vertonen artefacten als wapens, sieraden en aardewerk in Europa opvallende gelijkenissen. Dit wijst op een culturele continuïteit en wijdverspreide invloeden die de regio's met elkaar verbonden.

De jamnacultuur duurde van 3500-2000 v.Chr.. Andere belangrijke bronstijdculturen zijn de touwbekercultuur (3000-2350 v.Chr.), de Úněticecultuur uit Centraal-Europa (2300-1600 v.Chr.) en de Urneveldencultuur in Midden-Europa (1300-950 v.Chr.).

Touwbekercultuur (3000-2350 v.Chr.)

De Touwbekercultuur ontwikkelde zich in Noord-Europa, parallel aan de jamna-gerelateerde culturen. Waarschijnlijk kwam deze cultuur eveneens oorspronkelijk van de steppe en had een gemeenschappelijke voorouderstam met de jamnacultuur.

De Touwbekercultuur besloeg het moderne Duitsland, Nederland, Denemarken, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Wit-Rusland, Tsjechië, Oostenrijk, Hongarije, Slowakije, Zwitserland, noordwestelijk Roemenië, noordelijk Oekraïne, het Europese deel van Rusland en delen van Noorwegen, Zweden en Finland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het geen homogene cultuur was en er regionale variaties waren in materiële cultuur, nederzettingen en sociale structuren. Desondanks waren er ook gemeenschappelijke elementen, zoals begrafenisrituelen, aardewerk met kenmerkende "touw"-decoraties en unieke stenen bijlen, waar mannen mee begraven werden.

Rond 2800 v.Chr. ontstond daarnaast de Klokbekercultuur, die voorkwam in verschillende kleinere regio’s van Europa, genoemd naar de vorm van hun keramiek. Deze werd in centraal Europa opgevolgd door de Úněticecultuur.

Úněticecultuur (2300-1600 v.Chr.)

De Úněticecultuur (genoemd naar het Tsjechische dorp Únětice) kwam voor in Tsjechië, Slowakije, Polen en Duitsland. Daarnaast zijn er ook vondsten gedaan in Oostenrijk en Oekraïne die op een meer permanente vestiging van deze cultuur wijzen. Genetisch waren er veel overeenkomsten met de jamnacultuur, de touwbekercultuur en de klokbekercultuur.

Waarschijnlijk was de Úněticecultuur van grote invloed, en werd er veel handel gedreven. Aardewerk en bronzen voorwerpen uit deze cultuur zijn teruggevonden in Ierland, Scandinavië, het Italische schiereiland en de Balkan. Door de grootschalige handel vond er ook taalkundige uitwisseling en beïnvloeding plaats.

Urnenveldencultuur (1300-950 v.Chr.)

Uit de Úněticecultuur ontstond de Grafheuvelcultuur (1600-1200 v.Chr.), genoemd naar de gewoonte doden in grafheuvels te begraven. Deze werd geleidelijk opgevolgd door de Urnenveldencultuur, waarbij het de gewoonte was doden te cremeren, hun as in urnen te bewaren en deze vervolgens in urnenvelden te begraven. Rond 1000 v.Chr. had de Urnenveldentraditie zich verspreid door centraal en Noordwest-Europa, delen van Italië en Zuid-Frankrijk, tot aan de Pyreneeën.

De late Bronstijd was een periode van veel schermutselingen. Nederzettingen werden versterkt met grachten en palissaden, vaak als heuvelfort. Lange tijd dachten wetenschappers dat de late bronstijd zich kenmerkte door relatief weinig oorlogvoering. Maar archeologisch bewijs, zoals van de slag bij Tollense in Noord-Duitsland uit ca. 1250 v.Chr., spreekt dit tegen. Naar schatting vochten tijdens deze veldslag 4.000 personen die vanuit alle uithoeken van Duitsland kwamen. Dit geeft een geheel ander beeld.

Sommige taalkundigen vermoedden dat dit de periode was dat de pre-Keltische of proto-Keltische talen ontstonden. De grotere hoeveelheden bronzen voorwerpen en versterkte nederzettingen doen sommigen geloven dat dit verband hield met de Keltische expansie.

De Urnenveldencultuur bestond uit verschillende regionale stromingen en periodes, de belangrijkste voor dit artikel zijn de periodes Hallstatt A en B. Deze werden opgevolgd door periodes Hallstatt C en D, welke wij tegenwoordig herkennen als de vroege Keltische cultuur.

Samenstelling

We hebben deze samenstelling geïnspireerd op de Hallstatt B-periode. De krijger heeft bronzen wapens en sieraden, wat alleen rijke mensen konden veroorloven. We hebben de krijger Esugenos genoemd, een (gereconstrueerde) proto-Keltische naam.

Esugenos wist natuurlijk niets van de Urnenveldencultuur of dat Hallstatt een belangrijk machtscentrum zou worden. Hij was zich wel goed bewust van zijn leefgebied, wist waar internationale handelsverbindingen waren en was misschien zelfs op de hoogte van de opkomende Italische samenlevingen ten zuiden van de Alpen. Hij maakte geen onderscheid tussen zijn eigen cultuur en andere culturen. In plaats daarvan maakte hij onderscheid tussen zijn stam en andere stammen. Hij besefte dat andere stammen dezelfde taal of een soortgelijke taal spraken en was mogelijk in staat om verschillende varianten van de proto-Keltische taal te spreken. Uit zijn taal ontwikkelde zich later het Gallisch. Hij noemde zichzelf naar zijn stam, waarvan de naam al lang vergeten is.

Status en prestige waren zeer belangrijk in de wereld van Esugenos. Zijn prestaties waren niet zozeer individueel gecentreerd maar vooral gericht om zijn familie en stam verder te helpen. Oorlog was gebruikelijk, maar in de meeste gevallen hield oorlog in dat krijgsbendes vee bij de stam kwamen roven, of dat Esugenos zelf vee bij naburige stammen roofde. In zijn jonge jaren was Esugenos ongetwijfeld zelf ook deel van een krijgsbende, die vanuit de cultus van een god of heilig dier het doel had om de stam te verrijken, en naam voor zichzelf te maken.

Grote oorlogen en veldslagen kwamen ook voor, hoewel sporadisch. Oorlog was meer een sport dan een veroveringsoorlog zoals moderne mensen die kennen. In de wereld van Esugenos sloten stammen bondgenootschappen, dit leverde handel en uitwisseling op. Politiek was ongetwijfeld een belangrijk middel. 

Prehistorische schoenen

Het schoeisel dat Esugenos draagt is mogelijk het oudste type schoeisel dat ooit heeft bestaan. Dit schoeisel werd tot in de 16de eeuw n.Chr gebruikt! Overal in Europa zijn resten van deze schoenen teruggevonden. 

https://www.celticwebmerchant.com/nl/leren-ijzertijdsandalen-bruin.html

Ondertuniek

Er zijn weinig kledingfragmenten teruggevonden uit de late bronstijd, omdat textiel snel vergaat. Daarom is wat kleding betreft een artistieke vrijheid genomen. Als we kijken naar de Mediterrane culturen dan is de tunica wijds in gebruik. Later, tot in de Middeleeuwen, bleven tunieken gedragen worden. Daarom gaan we ervan uit dat ook Esugenos tunieken droeg. Natuurlijk was het primaire doel van kleding niet het uitbeelden van status, maar om warm te blijven. Daarom draagt Esugenos een ondertuniek.

https://www.celticwebmerchant.com/nl/ondertuniek-lofar-halflange-mouwen.html

 

Tuniek

De culturen van de late bronstijd waren zeer geavanceerd. In de latere Hallstattperiodes werden mensen met kostbare grafgiften begraven. In de bergen van Hallstatt, bij Salzburg, werd vanaf de steentijd zout gewonnen. Zout was onmisbaar voor het conserveren van voedsel. Hierdoor was de bevolking van Hallstatt zeer rijk. Esugenos draagt daarom een blauwe tuniek. Blauw was een kleurstof die duur was om te maken. 

https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-tuniek-torsten-blauw.html

Broek

We gaan ervan uit dat Esugenos geen broek heeft gedragen, omdat dit in naburige volkeren eveneens niet het geval was. Als Esugenos een broek zou hebben gedragen dan verwachten we dat het een soortgelijke stijl als de Thorsberg broek zou zijn geweest.

https://www.celticwebmerchant.com/nl/search/thorsbergbroek/

 

Mantel

Waarschijnlijk droeg Esugenos een mantel. Een soortgelijke mantel zou zeker voor de zomer of het najaar geschikt zijn geweest. In de winter droeg Esugenos zwaardere kledij om de harde winters in het Alpengebied te kunnen doorstaan. 

https://www.celticwebmerchant.com/en/viking-woman-scarf-ingrid.html

 

Riem

We hebben Esugenos in deze opzet een textielen riem gegeven. Maar ook leren riemen werden gebruikt. 

https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-elina-naturel.html

 

Sieraden

In de graven uit de Hallstattperiode zijn bronzen sieraden teruggevonden. Daardoor weten we goed welke sieraden gedragen werden. Traditioneel werd gedacht dat vrouwen met sieraden begraven werden, en mannen met oorlogsvoorwerpen. Inmiddels is gebleken dat dit niet helemaal juist is. Daarom schatten we dat sieraden door beide geslachten werden gedragen. 

https://www.celticwebmerchant.com/nl/klassieke-armband.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/spiraalvormige-brilfibula.html

https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-bovenarmband-met-spiralen.html

 

Speer

Er zijn veel speerpunten uit de late bronstijd teruggevonden. Deze variëren van hele grote, haast onbruikbare exemplaren, tot praktischere, kleine speerpunten.  In deze opstelling draagt Esugenos een praktische speer met schouders en een leren omwikkeling rond de schacht. 

https://www.celticwebmerchant.com/nl/lange-griekse-speer.html

Zwaard

Er zijn veel zwaarden uit de bronstijd teruggevonden. Zwaarden moeten een van de meest kostbare bezittingen zijn. Als Esugenos een normale middenklasser was geweest, dan had hij alleen een schild en speer gedragen en dan zou zijn kleding meer bruintinten en gele tinten bevatten. Maar Esugenos was erg rijk en had dus een zwaard.

https://www.celticwebmerchant.com/nl/bronstijdzwaard.html

Opgeslagen in de blog: Blog & lookbook

  • auteur: Patrick
Wees de eerste om te reageren:

Laat een reactie achter

*Verplichte velden