Etruskische hopliet, Romeins-Etruskische oorlogen
In deze blog volgen we Laran, een Etruskischehopliet in het jaar 396 voor Christus. Hij is een burgersoldaat van de Etruskische stad Veii, dat door Rome wordt belegerd- een Latijnse stad die op dit moment slechts een regionale speler is. De enorme Romeinse legermacht heeft Veii volledig omsingeld, maar Laran is ervan verzekerd dat ze nooit door de muren van de stad zullen breken. Wel vindt hij het verdacht dat de Romeinen hen dag- en nacht zo roekeloos en ongeorganiseerd aanvallen, terwijl ze bekendstaan om hun discipline en tactische bekwaamheid. Wat zouden ze van plan zijn?
Het oude Etrurië
In de ijzertijd werden grote delen van Centraal- en Noord-Italië bewoond door de Etrusken. De Etruskische beschaving is terug te leiden tot de Villanovacultuur in de bronstijd en bereikte haar hoogtepunt in de zevende en zesde eeuw v.Chr. Omdat we op dit moment erg weinig weten over de niet-Indo-Europese taal die ze spraken, is veel van wat we over de Etrusken weten gebaseerd op bronnen die zijn geschreven door omliggende volkeren, met name de Romeinen en Grieken. Deze noemden hen respectievelijk de ‘Tusca’ en ‘Tyrrheniërs’, al noemden de Etrusken zichzelf volgens de Griekse schrijver Dionysius van Halicarnassus ‘Rasenna’. Het Etruskische schrift was onder andere gebaseerd op Euboeaanse tekens, een vorm van Grieks schrift dat in het zuiden van Italië werd gebruikt.
De metaalbewerking en keramiek van de Etrusken was van zeer hoge kwaliteit, waardoor het belangrijke handelswaren waren in het hele Middellandse-Zeegebied. De Etruskische steden, die waren verbonden in een losse confederatie (de Etruskische liga) waren hierdoor erg rijk en machtig geworden in de regio, maar bouwden ook een sterke rivaliteit op met de Griekse koloniën in het Middellandse Zeegebied. Omdat de Etrusken merkten dat de Grieken op militair gebied sterk op hen vooruit liepen, namen ze veel belangrijke elementen uit de Griekse krijgscultuur over zoals onder andere de hopliet en de falanx. Deze strijdformatie zouden ze gebruiken tot hun verovering door de Romeinen in de vierde eeuw voor Christus.
De Etrusken waren een belangrijke bondgenoot van Carthago en de twee werkten vaak samen om de Grieken in Italië dwars te bomen. Dit gebeurde vaak in de vorm van piraterij, maar ook in de vorm van onder andere op Corsica in 549 v.Chr., of bij de Carthaagse invasie van Sicilië in 480 v.Chr. speelde Etrurië een belangrijke rol. De Grieken wonnen dit conflict echter en de Etruskische vloot werd in deze oorlog dusdanig vernietigd dat de Etrusken zich terugtrokken van zeeoorlog en hun focus richtten op hun kerngebied in Centraal-Italië. Hier kwamen ze al snel in conflict met de Romeinen, op dat moment een opkomende macht in Italië. Rome zou zelfs in de loop van de vierde eeuw v.Chr, heel Etrurië veroveren en een einde brengen aan de Etruskische heerschappij van Centraal-Italië.
De hopliet en de polis in Etruskische context
De Oude Grieken hadden zich in de Archaïsche en Klassieke periode namelijk over het hele Middellandse- en Zwarte Zeegebied verspreid in de vorm van stadstaat-koloniën, volgens de filosoof Plato als ‘kikkers rondom een vijver.’ Deze stadstaten brachten de Griekse taal en cultuur ver buiten het Balkanschiereiland en hadden sterke invloed op de omliggende volkeren. De Etrusken, die sterk waren beïnvloed door de Griekse cultuur en het systeem van stadstaten, hadden ook in de Archaïsche periode de Griekse militaire traditie overgenomen; onze Etruskische hopliet Laran is hiervan een levend voorbeeld.
De hopliet ontstond in de Archaïsche periode als een product van de Griekse stadstaat (polis). Deze soldaten, die het belangrijkste gedeelte van Griekse legers opmaakten, waren zwaarbewapende burgersoldaten die vochten om de stad waarin ze woonden en werkten te verdedigen. In de Griekse en Etruskische cultuur stond de stadstaat (en burgerschap hiervan) centraal in de samenleving. (Mannelijke) burgers van deze poleis hadden naast economische privileges ook speciale rechten. Zo mochten ze deelnemen aan exclusieve religieuze rituelen en op verschillende niveaus meebeslissen in de politieke sfeer van hun stadstaat. Burgerschap van een polis was echter niet alleen een privilege, maar bracht ook bepaalde verplichtingen met zich mee. Het grootste hiervan was een vorm van militaire dienstplicht voor mannelijke burgers: als je lid was van de stadsgemeenschap, moest je deze ook kunnen verdedigen.
Hoplieten waren als burgersoldaten in hun dagelijks leven rijke boeren of ambachtslieden die hun eigen wapenuitrusting bij elkaar moesten sprokkelen en in tijd van oorlog werden opgetrommeld om voor hun polis te vechten. Elke zomer was een ‘oorlogsseizoen’, waarin steden deze conflicten met elkaar uitvochten. Dit werd gedaan in veldslagen waarbij de schildmuren (falanx) van beide kanten tegen elkaar opbotsten en duwden tot een van de twee linies werd doorbroken. De manier waarop de hoplieten in deze veldslagen vochten zorgde ervoor dat hun gezamenlijke identiteit werd versterkt: ze vervulden samen met vrienden, familieleden en bekenden hun maatschappelijke plicht en werden beschermd door het schild van de soldaten (en medeburgers) naast hen. Door deze sterke stedelijke strijdcultuur werd niet alleen individuele heldhaftigheid op de prijs gesteld, maar ook een soort collectieve heldhaftigheid voor de eer van de stadsgemeenschap.
Het beleg van Veii
De Etrusken kwamen in de loop van de vijfde en vierde eeuw steeds vaker in conflict met Rome. Deze was in het begin van deze periode slechts een kleine stadstaat, maar groeide langzaam uit tot de machtigste speler van de Centraal-Italiaanse regio. Het beleg van de Etruskische stad Veii tussen 406-396 v.Chr. wordt gezien als een belangrijk omslagpunt in deze conflicten, waarna de Romeinen overgingen van defensieve naar offensieve oorlogen en hierdoor langzaam Etrurië begonnen te veroveren. Het meeste dat we hierover weten is aan ons overgeleverd door de Romeinse geschiedschrijver Livius in zijn werk Ab Urbe Condita (Boek 5). Het is hierbij belangrijk om Livius’ verslag met een korreltje zout te nemen, omdat zijn werk honderden jaren later was gemaakt als een propagandastuk was voor keizer Augustus.
Veii was een grote stad aan de tiber van ongeveer 20 000 - 30 000 inwoners, gelegen op een grote rots van vulkanisch puimsteen, waardoor het lastig was om deze aan te vallen. Het was de rijkste en machtigste stadstaat in Etrurië, maar had zichzelf volgens Livius politiek afgezonderd van de Etrurische liga, omdat het in tegenstelling tot de andere oligarchische Etruskische stadstaten werd geregeerd door een koning. Waarschijnlijk was dit niet de echte reden en was de Etrurische liga slechts een licht verbond, waarvan de meeste poleis ook onderling in conflict waren, vergelijkbaar met Griekenland in deze periode.
Het groeiende Rome, dat op slechts 10 kilometer afstand lag, kon zich hierdoor in de vijfde eeuw v.Chr. veroorloven om met Veii oorlog te voeren zonder meteen te worden vernietigd door de macht van heel Etrurië. In 406 v.Chr. werd de Etruskische stad door de Romeinen op verschillende momenten belegerd en aangevallen, een proces dat 10 jaar zou duren. In 396 v.Chr. kwam hier verandering in omdat de Romeinse aanvoerder sneuvelde en de Senaat had vernomen dat Veii de Etrurische Liga om hulp zou vragen. Daarom werd volgens Livius de dictator Marcus Furius Camillus aangewezen (al is hij net als veel personen in zijn werk hoogstwaarschijnlijk fictief).
Deze Marcus verzon een list om snel de stad te veroveren; terwijl een groot deel van zijn troepen de Etrusken afleidde door dagenlang de muren van Veii aan te vallen, liet hij sappeurs een tunnel graven door het zachte gesteente waar de stad op was gebouwd. De Etrusken moesten elk moment de muren van de stad in de gaten houden, maar vonden het volgens Livius opmerkelijk dat de Romeinen hen zo gedesorganiseerd en roekeloos bestormden. Voordat ze door konden krijgen wat er aan de hand was, hadden de Romeinen hun tunnel afgemaakt en kroop het Romeinse leger de stad binnen vanuit de tunneluitgang in de tempel van Juno. Hier richtten ze een bloedbad aan en roofden ze alles wat los en vast zat. De Etruskische bevolking werd tot slaaf gemaakt van hun Romeinse overheersers, die vanaf nu de stad zouden bewonen. De grote rijkdom die de Romeinen in Veii plunderden zorgde ervoor dat ze in de komende eeuw de rest van Etrurië over konden nemen.
Volgens Livius was de verovering van Veii ook confronterend voor de dictator Marcus, die de Romeinen deze overwinning had gebracht. Tijdens de festiviteiten en triomftocht van de Romeinen stond hij er plots bij stil dat het lot van de machtige stad Veii ook Rome zou kunnen overkomen. Deze scène van een aanvoerder die de val van hun eigen stad (met name Rome) voor zich ziet tijdens de belegering van een vijandige stad, is een thema dat veel is terug te zien in Livius’ werk, zoals de val van Troje en Carthago. Hierdoor was ook dit waarschijnlijk een toevoeging voor dramatisch effect.
Uitrusting Laran - Kleding
Laran draagt onder zijn wapenuitrusting een tuniek, een gordel en een paar simpele leren sandalen. Als het gaat regenen of als hij het koud heeft draagt hij zijn dikke wollen mantel.
Chiton (tuniek)
Mediterraanse tunieken waren gemaakt van linnen, soms ook van wol. De tuniek die Laran onder zijn wapenuitrusting draagt heeft korte mouwen, maar in de warmere maanden droegen Etrusken vaak lichte gewaden die hun armen en schouders onbedekt lieten. Ze droegen onder hun tuniek geen broek, omdat ze die als barbaars beschouwden.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-tuniek-halvar-linnen-blauw-grijs.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/mouwloze-tuniek-106626427.html
Sandaloi (sandalen)
Vanwege het warme, gematigde klimaat werden in Italië en de rest van het Middellandse Zeegebied sandalen (sandaloi) zoals deze gedragen. Al draagt Laran simpele militaire sandalen die minder open zijn om de voeten beter te beschermen, waren er in de oudheid constant nieuwe modetrends voor sandalen die door het modieuze Athene werden bepaald.
Naast sandalen droeg men vanaf de vijfde eeuw voor christus ook een soort veterlaarzen (zoals endromis en embades)en in de winter sokken van vilt (piloi) om de voeten warm te houden.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/leren-ijzertijdsandalen-zwart.html
Gordel / riem
Om de tuniek vorm te geven werden zowel simpele leren riemen als stoffen gordels gebruikt.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-caja-zwart.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-caja-rood.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/viking-riem-caja-blauw.html
Chlamys (mantel)
De chlamys was een wollen mantel die in het klassieke Griekenland werd gedragen. Deze hield de kleding schoon en bood de drager bescherming tegen weer en wind.
De mantel die Zeno draagt is echter niet alleen bedoeld om hem warm te houden, maar vormt ook een onderdeel van zijn wapenuitrusting. Op het slagveld wikkelt hij de mantel namelijk om zijn wapen-arm om deze te beschermen tegen speren, zwaarden en pijlen.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/middeleeuwse-mantel-karen-blauw.html
De mantel werd vastgemaakt met een fibula, een metalen kledingspeld die vaak werd versierd.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/keltische-boogfibula.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/spiraalvormige-brilfibula.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/la-tene-boogfibula.html
Wapenuitrusting
De wapenuitrusting van Laran is representatief voor de gemiddelde Etruskische hopliet uit de vierde eeuw voor Christus. hij draagt een groot bronzen schild, 'Phrygische' bronzen helm, linnen linothorax en bronzen scheenbeschermers om zijn lichaam te beschermen. Hij gebruikt een lange speer, de doru, om in formatie te vechten en een kort zwaard, de xiphos, als secundair wapen.
Hoplon (schild)
Het grote bronzen schild (hoplon / aspis) was het belangrijkste onderdeel van de uitrusting van de hopliet; de naam ‘hopliet’ is er zelfs van afgeleid. Dit zware schild was bedoeld om in een dichte schildmuur-formatie (falanx) te vechten, waarbij een hopliet voor een deel werd bedekt door het schild van de anderen naast hem.
De hoplon was vaak versierd met bronswerk of verf. Deze versieringen werden om verschillende redenen toegepast maar hadden meestal een symbolische betekenis. Zo werd de hoplon gebruikt om de identiteit van de polis van de hopliet te tonen. Het schild van Laran is versierd met een gorgoneion, de kop van een monsterlijke gorgon-demoon die mensen kon verstenen met haar blik. In de Etruskische cultuur was de gorgon een symbool voor de koninklijke of aristocratische macht en is veel op schilden terug te zien. Deze versiering had ook nog een andere mythologische betekenis, besproken in het hoofdstuk over de linothorax.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/grieks-hoplietenschild.html
Helm
De Thracische helm die Laran draagt was een veelgebruikte helm onder hoplieten in de laat-klassieke en Hellenistische periode. Het had de karakteristieke vorm van de Phrygische muts, een kledingstuk werd gedragen door verschillende Indo-Europese volkeren, met name de Thraciërs en Phrygiërs. Deze helmvorm gaf soldaten een intimiderend profiel omdat de drager langer leek dan hij daadwerkelijk was. Ook kon de drager goed horen en bood de helm met de toevoeging van grote wangplaten een goede middenweg tussen gezichtsveld en bescherming.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/deepeeka-thracische-hoplietenhelm.html
Over het algemeen droegen Etruskische hoplieten ook vaak de ‘Chalcidische’ helm, een ontwikkeling van eerdere Korinthische types. In deze blog lees je meer over helmen die in de Griekse wereld werden gedragen.
Linothorax (borstpantser)
De linothorax (letterlijk ‘linnen borstplaat’ in het Grieks) was een type pantser dat tot de derde eeuw voor Christus door krijgers uit het hele Middellandse Zeegebied werd gedragen. Het was een kuras gemaakt van dikke lagen linnen dat de torso en bovenbenen beschermde tegen bronzen pijlpunten. Al bood een linothorax minder bescherming voor het lichaam dan volledige bronzen borstplaten, maar was veel lichter, beweeglijker en goedkoper te produceren. Ook was het veel beter bestand tegen corrosie door zeewater dan metalen pantser: met name wanneer er over de zee werd gereisd of gevochten zou men dus aan de linothorax de voorkeur hebben gegeven.
De linothorax en het schild van Laran zijn allebei versierd met een gorgoneion. Deze versiering om kwade krachten af te weren haalt ook inspiratie uit de Griekse mythologie: namelijk van de aegis, een mythologisch pantser of schild waaraan een gorgonenkop hing. Het kon de gebruiker tegen alle gevaren beschermen en werd in de mythen gedragen door de goden Zeus (als een schild) en Athena (als een pantser). Laran, die twijfelt welke versie van de mythe de juiste is, heeft (voor de zekerheid) ervoor gekozen om deze dubbelop te gebruiken.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-linothorax.html?id=293672597
Scheenbeschermers
Omdat het schild van de hopliet rond was, kon deze niet het hele onderlichaam bedekken. Daarom droegen hoplieten zoals Laran ook bronzen onderbeenbeschermers. Deze waren anatomisch gevormd en boden bescherming voor de knieën en schenen.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/luxe-griekse-scheenbeschermers.html
Doru (speer)
De speer die Laran bij zich heeft, was het belangrijkste wapen van de hopliet en werd gebruikt van de Archaïsche periode tot de tijd van Alexander de Grote. Het doru (of dory) had een lengte van 2-3 meter, lang genoeg dat meerdere linies van hoplieten konden vechten als onderdeel van de schildmuur.
De speer was gemaakt van essenhout en had naast een bladvormige speerpunt ook een spitse schachtkap die op verschillende manieren kon worden gebruikt. Zo hielp deze om de speer in de grond te kunnen steken en konden hoplieten gemakkelijk gewonde vijanden doden terwijl ze de speer rechtop hielden. Ook kon de schachtkap door de hopliet worden gebruikt als back-up-speerpunt wanneer zijn doru doormidden brak.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/speerpunt-schachtkap-griekse-dory.html
Ook werden door hoplieten en andere Griekse soldaten kleinere werpsperen gebruikt.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/lange-griekse-speer.html
Xiphos (zwaard)
De xiphos was een ijzeren zwaard dat voor de hopliet diende als secundair wapen en pas werd gebruikt wanneer hun speer (dory) brak of wanneer gevechten op zeer korte afstand moesten plaatsvinden, zoals wanneer linies werden doorbroken.
Je kan er ook voor kiezen om een kopis (ook wel falcata voor de Iberische variant) te gebruiken voor je samenstelling, een enkelzijdig geslepen zwaard. Deze werd in de loop van de klassieke periode steeds populairder en nam zelfs de rol van de xiphos over als voornaamste ‘hoplietenzwaard’.
https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-xiphos-campovolano.html
https://www.celticwebmerchant.com/nl/griekse-xiphos-sparta.html