Wat zijn schaal en lamel pantser
Lamel en schaal pantser zijn lichaamspantser gemaakt van kleine plaatjes staal, messing, brons, leer of bot. De plaatjes zijn meestal in rijen aan elkaar geregen, meestal in horizontale lijnen. Lamelpantser werd waarschijnlijk zonder textiel of leren onderlaag gedragen, terwijl schaalpantser vaak werd vastgemaakt op textielen of leren kleding of zelfs op maliënkolders. Beide soorten pantser zijn mogelijk het oudste type lichaamsbepantsering. Ze zijn ouder dan de maliënkolder die waarschijnlijk in de 3e eeuw v.Chr is ontwikkeld.
Het verschil tussen schaal en lamel pantser
Lamelpantser is meestal gemaakt van grotere plaatjes dan schaalpantser. Schaalpantser werd op textiel, leer of een maliën onderlaag vastgemaakt, terwijl lamelpantser geheel los, vaak over de maliënkolder heen werd gedragen. Een groot verschil tussen beide soorten maliën is de hoeveelheid archeologisch bewijs. Terwijl het archeologisch bewijs van lamelpantser vrij schaars is, zijn er vele voorbeelden van schaal pantser. Mogelijk omdat de Romeinen schaalpantser wijds gebruikten. Zowel de lorica squamata als de lorica plumata. Waarbij bij de laatste de schaaltjes direct op de maliënkolder werden vastgemaakt.
Omdat beide sterk op elkaar lijken, zou het mogelijk zijn dat beide parallel aan elkaar ontwikkeld zijn, maar dat lamelpantser makkelijker te recyclen was als staal voor andere voorwerpen zoals schaalpantser.
Voordelen van lamel- en schaalpantser
Beide pantsers bieden een betere en stevigere bescherming tegen stekende en stompe aanvallen dan maliënkolders .Het is ook goedkoper om te produceren, maar het is niet zo flexibel en biedt niet dezelfde mate van dekking. Na de introductie van de coat of plates en brigandine raakten lamel en schaal pantser steeds verder in onbruik in middeleeuws Europa. Echter, in andere delen van de wereld bleven ze populair.
Geschiedenis van lamel- en schaalpantser
Het is onduidelijk welke cultuur het schaal- en lamelpantser heeft ontwikkeld. Mogelijk was dit in de regio van het Midden Oosten, Egypte of de Kaspische steppe. De vroegste afbeelding van schaal pantser komt uit het graf van Kenamon, die in Egypte leefde tijdens de regering van Amenhotep II (1436–1411 v.Chr.). Het vroegste archeologische bewijs van lamelpantser komt uit het Neo-Assyrische rijk in de vroege IJzertijd. Ze gebruikten lamelpantser in de 8e -7e eeuw v.Chr. Op reliëfs uit Niniveh en Nimrud zien we veel Assyrische soldaten met lamellaire kurassen. Deze kurassen bedekten hun lichaam van schouder tot middel en hadden soms korte mouwen. Het lijkt erop dat dit type lamellaire pantser anders was dan latere versies. Bij vondsten van Assyrische harnassen zijn er zowel voorbeelden van schaal pantser als van lamelpantser teruggevonden. Rond 485 v.Chr-425 v.Chr. werden in Midden-Oosterse rijken veel schaal- en lamelpantser gebruikt, zoals Perzië. In deze gebieden werden de schalen vaak gewelfd waardoor ze beter overlapten. Volgens de verklaring van Herodotus droegen de oude Perzen tunieken met mouwen in verschillende kleuren, waarop ijzeren schubben in de vorm van vissenhuid zaten; dit geeft aan dat er schubbenpantsers bedoeld worden, en geen maliënkolder.
Scythisch schaalpantser
De ruiter krijgers van de Scythen droegen schaal- en mogelijk ook lamelpantser. Dit blijkt uit zowel illustraties als grafvondsten in grafheuvels. Het pantser was gemaakt van kleine platen ijzer of brons. Een Scytisch schaalpantser uit de 8ste-3e eeuw v.Chr is een van de best bewaard gebleven schaalpantsers uit de klassieke oudheid en maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Metropolitan Museum of Art in New York.
Vanwege de semi-rigide aard van het pantser werd de Scythische variant gemaakt als borst- en rugplaten, met aparte schouderstukken. Sommige vondsten duiden op gedeeltelijk pantser, waarbij een leren shirt of soortgelijk kledingstuk op sommige plaatsen schubben heeft, met name rond de nek en de bovenkant van de borst.
Lamelpantser in Azië
Lamellaire bepantsering werd in veel delen van de wereld gebruikt, zoals in Centraal-Azië, Oost-Azië (in China, Japan, Korea, Mongolië en Tibet), West-Azië en Oost-Europa.
Romeins schaalpantser
Mogelijk werd Lamel- en schaalpantser vanuit de steppen in het Romeinse Rijk geïntroduceerd. Op de Zuil van Trajanus staan Dacische huursoldaten afgebeeld die schaalpantser droegen. Tijdens de Romeinse tijd was schubbenpantser ( lorica squamata ) een populair alternatief voor maliënkolders ( lorica hamata ) omdat het een betere bescherming bood tegen stomp trauma. Ze werden wijds gedragen door auxiliae, maar ook door andere Romeinse soldaten en officieren. Op twee Romeinse grafstenen (80-72 v.Chr.) van de Sertorii in Verona (één van een centurion, de andere van een vaandeldrager) worden beide figuren afgebeeld met een lorica squamata die de schouders bedekt en tot onder de gordel reikt. Het Carnuntummonument van Calidius (1e eeuw n.Chr.) toont ook een geschubde lorica squamata van een centurion. Ook in de collectie marmeren portretbusten uit de grote Gallo-Romeinse villa van Chiragan bij Toulouse, verschijnen de keizers Antoninus Pius en Severus beiden met korsetten van schubbenpantser. Daarnaast hebben archeologische opgravingen in regio’s zoals de Romeinse Limes in Duitsland verschillende schubben opgeleverd.
Lamelpantser in de migratieperiode
In de migratieperiode werd lamelpantser in combinatie met maliënkolders gebruikt. In de necropolis van Castel Trosino is 6e-7de eeuws lamel pantser teruggevonden dat werd gedragen door de Longobarden (een Germaanse stam die vanuit Noord-Europa naar Italië trok). Mogelijk werd rond deze tijd schaal- en lamelpantser ook door andere Germaanse volkeren gedragen, hier is echter geen bewijs van.
Byzantijns schaal- en lamelpantser
Lamellaire bepantsering wordt vaak afgebeeld op Byzantijnse krijgers, vooral bij zware cavalerie, de Cataphract. Volgens recente studies van Timothy Dawson van de Universiteit van New England, Australië, blijkt dat het Byzantijnse lamellaire pantser veel beter was dan maliënkolders.
Viking lamelpantser
In Scandinavië zijn archeologisch geen bewijzen gevonden van schaalpantser. Wel zijn er twee exemplaren van lamelpantser bekend. In de 19de is in Snäckgärde op Gotland waarschijnlijk stukken lamelpantser gevonden. Echter, deze zijn niet bewaard gebleven en staan enkel vermeld in verslagen van de archeologische opgraving van destijds. In Birka zijn 720 lamellen uit de 10de eeuw teruggevonden die verschillende delen van het lichaam beschermden zoals de borst, rug, bovenarmen en mogelijk zelfs de knieën. Deze lamellen zijn waarschijnlijk gemaakt in Gnezdovo en Novgorod. Er zijn enkele voorbeelden van 9de-11de eeuwse lamellen teruggevonden die werden gedragen door de Rus of Varengianen: Zweedse Vikingen die zich hebben gevestigd in de regio Oekraïne en Rusland. Archeologische vondsten (270 stuks) tonen aan dat in deze regio rond de 11de-13de eeuw lamelpantser wijdser werd gedragen. Waarschijnlijk werden de lamelpantsers van de Vikingen uitsluitend geïmporteerd vanuit het Byzantijnse rijk, waar Lamelpantser veel meer gebruikt werd.
Lamel- en schaalpantser in de Middeleeuwen
In de middeleeuwen gebruikten vooral de Rus, Mongolen, Turken, Avaren en andere steppevolkeren lamel- en schaalpantser.
Metalen schaalpantser werd in de middeleeuwen regelmatig in West-Europa gebruikt om ander pantser te versterken. Vooral maliënkolders, maar ook helmen werden soms met schaalpantser versterkt. Er is ook bewijs voor schaalpantser dat de voeten beschermde. Het gebruik van deze schaalpantser componenten wordt soms afgebeeld in kunst uit die tijd.
Klik hier voor ons volledige assortiment schaal en lamelpantser.